Studioflitser
Types
Er zijn twee basis types studioflitsers. Een generator waar je meerdere losse lampen op aansluit of een monolight waar alles in één zit.
Beide hebben voor- en nadelen in het gebruik maar wat het licht betreft maakt het niets uit.
Continue licht
Dit is geen flitser maar ik noem ze hier toch even om duidelijk te maken dat niet alle studioverlichting hetzelfde is.
Voor portretfotografie is continue licht niet zo geschikt. Er zijn verschillende soorten lampen maar de meeste hebben wel een paar van de volgende nadelen: te weinig lichtopbrengst, te veel hitte, niet altijd dimbaar, hoog energieverbruik, veel verloop in kleurtemperatuur als er wel gedimd kan worden, geen daglicht kleurtemperatuur, de pupillen van je modellen wordt erg klein door het felle licht en je bent beperkt in het gebruik van lichtvormers.
Voor productfotografie kun je het overwegen, je ziet wel precies het licht van door de camera vastgelegd wordt. Maar je kunt het ook met een flitser met een goede modelling lamp doen.
Er is veel ontwikkeling in LED licht en dit zou in de toekomst flitslicht wel eens kunnen vervangen. Zeker als je ook filmt in de studio.
Vermogen en regelbereik
Het vermogen van Studioflitsers worden gemeten in Watt per seconde (W/s). Elke verdubbeling van het vermogen levert een extra stop licht op. Vermogens van flitsers liggen tussen de 100W/s en 6400W/s.
Net zo belangrijk als het vermogen is het regelbereik. Het varieert van vol vermogen 1/1 tot bv 1/32 (5stops) of soms wel 1/512 (9 stops). Zelf werk ik met 400W/s flitsers die regelbaar zijn tot 1/32 (12.5W/s) maar soms is dat nog te veel.
De recycle time is de tijd die er voor nodig is om de flitser op te laden voor de volgende flits. Hij is het langst op vol vermogen.
Een handige feature is autodump. Als je een opgeladen flitser van een hoog vermogen terugdraait naar een lager vermogen, blijft de flitser geladen met de energie voor het hoge vermogen. Autodump ontlaadt automatisch het teveel aan energie tot het vermogen wat je ingesteld hebt.
Flitsduur
De flitsduur varieert van model tot model en verandert met het ingestelde vermogen. Het varieert ruwweg van 1/100s tot 1/2000s.
Meestal wordt dit gemeten in t.5. Dit is de tijd die verstrijkt tot 50% van het vermogen is verbruikt. Hou er rekening mee dat na deze tijd de andere 50% nog licht zal geven. Een waarde waar je wat meer aan hebt is t.1. Dit is de tijd waarin 90% van het flitsvermogen verbruikt is.
Bij bijna alle studioflitsers is de flitsduur op vol vermogen korter dan een flits op een lager vermogen. Het vermogen wordt gereduceerd door het voltage te verlagen en daardoor wordt de flits ontlading langzamer.
Bij reportageflitsers is het andersom, hoe lager het vermogen hoe korter de flitsduur. Dit komt omdat ze de stroom naar de flitsbuis afkappen als het ingestelde vermogen bereikt is.
Sinds kort zijn er ook studioflitsers die werken als een reportageflitser waarmee je een extreem korte flitsduur, tot wel 1/13000s, kunt bereiken.
Kleurtemperatuur
De meeste flitsers hebben een kleurtemperatuur van rond de 5500K, net als daglicht. Meestal zakt de kleurtemperatuur bij lagere vermogens. Duurdere modellen compenseren dit.
Modelling light
Een modelling light is een lamp die je laat zien hoe het licht van de flitser op het onderwerp valt. Vaak dimt deze mee met het ingestelde vermogen van de flitsbuis.
Aansturing flitser
Via de sync port sluit je de flitser aan op je camera. Dit kan met een sync kabel of radiografisch. Let wel even op wat voor stekker je nodig hebt.
Sommige flitsers kun je instellen als optical slave, ze flitsen dan mee als ze een lichtflits zien.
Er komen steeds meer flitsers met ingebouwde ontvangers die je via de zender, de computer of met een app op een tablet of telefoon kunt instellen. Er is zelfs een studioflitser die met TTL werkt.
Accessoires
Voor de aansluiten van accessoires als softboxen heeft bijna elk merk een eigen bevestiging. Een populaire aansluiting is de Bowens “S-Type”, die door meerdere merken gebruikt wordt en waarvoor veel vrij goedkope accessoires te vinden zijn.
Voor de meest gangbare aansluitingen kun je verloopringen krijgen.
Lichtvormers
Lichtvormers (light modifiers) veranderen de kwaliteit van het licht van hard naar zacht of veranderen de vorm van de lichtbundel.
Bij hard licht, is de overgang van licht naar schaduw abrupt. De vorm, contour en de structuur van het onderwerp komen heel duidelijk naar voren.
Bij zacht licht is de overgang tussen licht en schaduw heel geleidelijk, schaduwen worden zachter en structuren zoals poriën en rimpels worden minder goed zichtbaar.

De grootte van de lichtbron bepaalt of licht zacht of hard is. Hoe groter het oppervlak wat licht verspreidt, hoe zachter het licht wordt. Dit komt omdat er dan vanuit meerdere richtingen lichtstralen op het onderwerp vallen.
De meest gebruikte manier om een lichtbron groter te maken is door er een enigszins doorzichtig, diffuus doek voor te zetten. De flitser belicht het doek en het doek wordt de nieuwe, grotere lichtbron.
Het gaat om hoe groot het onderwerp de lichtbron ziet. De zon is gigantisch maar omdat hij zo ver weg staat is het een kleine, dus harde, lichtbron. Hetzelfde geldt voor een softbox, hoe verder af hoe kleiner en dus harder, hoe dichter bij het onderwerp hij staat, hoe groter hij lijkt vanuit het onderwerp, dus hoe zachter het licht.
Hieronder staat een overzicht van de meest gangbare lichtvormers:
Reflector
Bundelt het licht van de flitser.
Paraplu
Je hebt doorzichtige en reflecterende versies. Ze zijn goedkoop en snel op te zetten.
De reflecterende versie wordt vaak gebruikt om de achtergrond te belichten.
Om eerlijk te zijn vind ik ze te ongecontroleerd om een onderwerp te belichten.
Softbox
Een doos met aan de voorkant een diffuus doek. Vaak kun je binnenin nog een extra diffusor bevestigen om het licht nog egaler te maken.
Strip Light
Een lange smalle softbox.
Mooi om een lange contourlijn van een model of een auto te benadrukken.
Octa
Een achtkantige softbox, meestal vrij groot.
Beautydish
Een wat grotere maat reflector, met een diameter van 40 tot 80cm met een kapje voor de flitsbuis die het directe licht blokkeert.
Geeft een contrastrijk maar niet te hard licht.
Zoals de naam al zegt, als je deze op een hoek van 45graden recht boven het gezicht van een model met prachtige features plaatst heb je een beauty portret.
Snoot
Bundelt de lichtstraal, als je een klein plekje van licht wilt voorzien.
Kleppenset of Barndoors
Deurtjes op je flitser die je dicht kunt doen om de lichtbundel te beperken.
Gobos
Alles wat je tussen de lichtbron en het onderwerp in zet om coole schaduwen te krijgen. Een kamerplant, een stuk karton met een uitgeknipte vorm, lamellen, noem maar op.
Bouncen
Door te flitsen via een muur of ander oppervlak, maak je van die muur een groot lichtgevend oppervlak.
Diffusors
Een doek wat het licht diffuus maakt.
Licht tent
Een tentje van diffuus doek, geschikt om kleine objecten van zacht licht te voorzien.
Grids
Als je door een koker kijkt beperk je je gezichtsveld. Een grid bestaat uit een heleboel kokers naast elkaar waarmee je de spreiding van een lichtbundel beperkt. Hoe langer de kokers zijn hoe kleiner de spreiding van het licht.
Grids heb je voor de meeste lichtvormers.
Gels
Kort voor gelatine filter, gekleurd doorzichtig plastic wat je voor je lichtbron zet om het licht te kleuren.
Verkrijgbaar in alle kleuren van de regenboog.
Ruimte, achtergrond
benodigde ruimte, afstand nodig voor een portret, voor een groep
Natuurlijk licht? raam op het noorden
Achtergrond
muur, vinyl, papier, katoen (muslin), canvas
kleur
Reflectoren en Flags
reflectiescherm: opvouwbaar, wit zilver goud, plaat piepschuim aan een kant zwart
de muur, vloer en het plafond
Belichten
Key, Fill, Rim, achtergrond
Wat klassieke licht opstellingen: Rembrandt, Butterfly, Clamshell, Splitlight
Ratio's
Licht meten: lichtmeter en histogram