jantom schreef:ik wil eigenlijk nieuwstaat als het ook als nieuwstaat wordt aangeboden èn met alles erop en eraan (wat bij de eerste verkoop aan hardware werd meegeleverd).
Als verzamelaar zoals jij, zou ik het ook alleen maar accepteren als het volledig origineel en compleet is.
jantom schreef:
Maar ik vind wel dat er een duidelijk antwoord moet komen op de vraag of een filter dat tussen de gevoelige laag en de frontlens gepositioneerd is -welk filter ook normaal verwijderbaar is- ook daadwerkelijk altijd aangebracht moet zijn wanneer het objectief wordt gebruikt voor het doel waarvoor het is gefabriceerd.
Zoals eerder aangegeven heeft dat hooguit effect op de oneindig scherpstelling, en dan met name bij extreem groothoek/fisheye.
http://www.nikon-club-nederland.nl/foru ... 39#p294939
Ik zal een iets meer duidelijke uitleg geven waar het hem in zit.
Door de planparallelle voor- en achterkant hebben filters op zichzelf geen beeldende eigenschappen in de zin dat ze net als een "lens" een beeld kunnen vormen. Licht wordt niet gebundeld (of verspreid bij negatieve lenzen).
Toch hebben filters wel lichtbrekende eigenschappen tussen lucht en het filterglas, en erna weer van glas naar lucht.
Een lichtstraal van wat er recht doorheen gaat, zul je niks merken. Een lichtstraal die er schuin doorheen gaat, zal in het glas iets van richting veranderen. Het effect zoals je ook ziet als je een stok schuin in het water van bijv. een sloot zet. Je ziet door de lichtbreking dan alsof de stok in het water een "knik" heeft.
Bij een filter gaat het licht er aan de achterkant met een tegenovergestelde "knik" als aan de voorkant weer uit en vervolgt zijn weg parallel / recht aan het licht zoals het er aan de voorkant inkwam. Er zit dus een minimaal "plaats" verschil in. Dat plaatsverschil is datgene wat uiteindelijk de scherpstelling beïnvloed. Tot hier even.
Lenzen bundelen het licht en komen op het filmvlak/sensor bijeen. De bundelende werking is al een "kegel" met het brandpunt op de film/sensor. Terug naar het filter achter een lens. Door het plaatsverschil met licht wat ook nog door een filter gaat wordt zo'n kegel als het ware ietsje "breder" (maar wel met dezelfde hoek) dan zonder een filter. De punt van de kegel komt daardoor net iets verder naar achteren te liggen, in de plaats van op de film/sensor. Je moet dus iets compenseren in de afstandsinstelling om de punt weer exact op het filmvlak/sensor te krijgen.
Normaal met scherpstellen op een onderwerp merk je dat niet. Je stelt gewoon scherp. Bij onderwerpen op oneindig zijn we geneigd de scherpstelling naar de "eindstop" te draaien (dat geldt alleen bij manueel verstelbare lenzen, AF-lenzen gaan over het oneindigpunt heen). Dat klopt dan dus niet meer met de werkelijke situatie.
Bij een fisheye lens loopt het licht aan de buitenkanten door de extreme hoek van een fisheye meer schuin door het filter heen als bij een telelens (spiegellens). Dus het verschil van plaats van het licht wat er aan de achterkant van het filter uitkomt is relatief groot ten opzichte van wat er ingaat vóór het filter. Het verschil van die kegel is bij fisheye dan ook groter als effect op de afstandsinstelling dan bij een telelens (spiegellens). En dan met name op het punt van oneindig.
Maar nu komt het. Omdat die fisheye- en spiegelobjectieven berekend zijn
met filter is het effect zonder filter dat de kegel iets te kort is om aan oneindig te komen. Vandaar dat Nikon adviseert dat je altijd een filter in een lens moet hebben.
Goed, dat is de theoretische achtergrond. Het lijkt allemaal heel extreem, maar je moet je bedenken dat die plaatsverandering van het licht vóór en achter het filter afhankelijk is van de dikte van het filterglas en de schuinte dat het licht door het filterglas gaat. Hoe dunner het filterglas hoe kleiner die verschillen. Zou het filterglas geen dikte hebben, is er helemaal geen verschil. Filterglas is al bijzonder dun als je dat afzet tegenover lenzen. De schuinte is het meest extreem bij fisheye. Daar zal je het dan ook beslist wel merken.
Maar het is de vraag of bij telelenzen waar het licht op zichzelf al erg recht door het het filterglas heengaat, of het verschil praktisch nog op te merken zal zijn in het beeld. Bedenk verder dat lenzen in hun afstellingen en toleranties ook nog een marge hebben in die oneindig instelling, zodat het effect bij een spiegelobjectief in het beeld zelf mogelijk niet eens terug te vinden zal zijn.
Nu je weet hoe dat optisch uitpakt, is het een kwestie van een onderwerp op oneindig kiezen en kijken of de lens zonder filter op oneindig is scherp te stellen. Bij moderne AF-lenzen waar de scherpstelling altijd al over de oneindig instelling heengaat, is dat probleem er al helemaal niet, want die marge is ruim verder dan het verschil met of zonder een filter.