flitslicht schreef:
Ik denk dat je gelijk hebt dat ze de sferische aberratie over het beeld (proberen te) veranderen. Toch lijkt van wat ik van die lenzen gezien heb het centrum ook beïnvloed te worden. Maar weten doe ik het inderdaad niet.
Beeld in het centrum van het beeldformaat wordt bij volle opening (of de grotere openingen) samengesteld door het licht dat zowel door de optische as van een lens gaat, als de randstralen. Doordat die twee in het geval van de DC-objectieven bewust niet helemaal samenvallen in één beeldpunt krijgen scherpe contouren van details als het ware een verstrooiing van de scherpte van wat tevens op dat punt ook aan licht bij elkaar komt. Dus een "scherp" detail met een verzachting eroverheen (net wat doorgaans bij portretfotografie wordt gewaardeerd). Zie het bovenste plaatje bij de link waar ik eerder naar verwees:
http://toothwalker.org/optics/spherical.html" onclick="window.open(this.href);return false;
De buitenste randstralen komen in dit geval voor de andere punten te liggen (bij punt "a"). Zit de sensor op punt "b" zorgen die buitenste randstralen voor een verstrooiing. Andersom de lichtstralen door min of meer het centrum komen achter punt "b" te liggen, bij punt "c" en zorgt ook daar voor een verstrooiing, maar "anders" weergegeven. Het scherpste punt is punt "b" omdat daar de totale verstrooiing het kleinste is. Dat is het scherpte punt.
Lenzen kunnen ook gecorrigeerd worden dat die randstralen niet voor, maar achter punt "b" samenkomen, en die binnenste stralen vóór het punt "b", afhankelijk van de bolvormige kromming van de lens ("sferisch" is Grieks voor bolvormig, vandaar "sferische aberratie" of beeldfouten door een niet optimale lensvorm voor de weergave van een scherp beeld in één punt). Die twee benaderingen bepalen de wijze hoe scherpte naar onscherpte verloopt, en wel specifiek voor- of achter het scherpstelpunt.
Een en ander uitgelegd in die
eerdere link van Paul van Walree. Onderaan het voorbeeld met die kruisen wat het beeld oplevert voor of achter een scherpstelpunt bij een bepaalde "vaste" mate van sferische aberratie. Het eerste kruis (-4) is duidelijk minder prettig qua vorm in onscherpte als het kruis bij +4. Dat geeft in dat plaatje de weergave aan van de onscherpte voor en achter het scherpstelpunt.
Met die "Defocus Control" (verschuiving van lensdelen) is in grote mate te bepalen of je die verzachting voor of achter het scherpstelpunt wilt hebben. Bij portretten "buiten" komt meestal voor dat je wel iets in de achtergrond hebt, dat je mooi zacht in onscherpte wilt hebben. Dan kies je voor een instelling voor een mooi verloop in de achtergrond. Zou je tevens voor de dieptewerking in je beeld wat takken in de voorgrond hebben, zien die er in dat geval niet fraai uit in hun onscherpte.
Is je onderwerp zodanig dat je wel takken in de voorgrond hebt, maar de achtergrond is onbestemd (lucht, zee in de verte), kies je bewust voor een instelling dat de onscherpte in de voorgrond fraai wordt afgebeeld.
Maar op zichzelf hebben die instellingen op korter bereik in de onscherpte natuurlijk ook hun invloed. Daar waar je op de ogen scherp stelt, kun je de "vorm" van onscherpte naar achteren toe in hoofd, haren, oren, op die wijze beïnvloeden.
Voordeel van dit soort lenzen is dat je in grote mate controle hebt over de wijze hoe onscherpte wordt weergegeven, direct bij opname. Vele opnamen van hetzelfde onderwerp kun je op die wijze snel en simpel eenzelfde perceptie geven. Nadeel is tevens de verzachting op delen waar je het misschien minder, of niet wilt hebben zoals ogen, mond. Dat zou je achteraf in de processing dan weer wat op moeten halen.
Bij een keus van een scherpe lens, zonder verzachting voor portretten kun je dat achteraf in beeldbwerking doen, op die plekken waar je het wenst, en nalaten waar je het niet wilt hebben. Nadeel is als je veel portretten schiet je veel werk kunt hebben aan al die aanpassingen. (Hoewel je met een paar basis actions in Photoshop daar net zo goed een behoorlijk snelle workflow in kunt hebben).
Het is een persoonlijke keus waar iemand voor kiest. Zelf werk ik veel met bewerking achteraf (met actions in Photoshop).
Vroeger bij gebruik van film was de keus om specifieke lenzen te kiezen voor portret die wat zachter tekenen meer voor de hand liggend omdat je achteraf relatief maar weinig mogelijkheden had je beeld aan te passen. Zeker als materiaal door derden in vaklabs werd afgedrukt.
Tegenwoordig met de ontstellend vele verwerkingsmogelijkheden achteraf is het een stuk minder relevant.
Het persoonlijke gevoel en de werkwijze om direct achterop het LCD scherm van de camera reeds de beelden te zien die je voorstaat, kan echter toch de voorkeur uitgaan naar dergelijke specifieke "portretlenzen". Het kan een extra dimensie zijn die stimulerend en productief werkt direct bij fotografie. Als je maar bewust bent in de beperkingen van het een en van het ander.