Met "sweet spot" zijn er meerdere betekenissen mogelijk.
Eigenlijk moeten we spreken van een "objectief". Dat ding voor op je camera is een samenstelling van meerdere lenzen.
Ieder kent wel dat voorbeeld van de lagere school met een prisma waarbij wit licht wordt verspreid in de kleuren van de regenboog. De brekingsindex is voor elke kleur anders. Bij enkelvoudige lenzen is dat precies zo. Om dat zoveel mogelijk te corrigeren worden bij een objectief meerdere lenzen gebruikt. Verder heb je nog andere lensfouten zoals sferische aberratie, astigmatisme e.d.
http://www.vanwalree.com/optics.html
Met name de sferische aberratie is afhankelijk van de bolling van lensdelen. Zoals lenzen doorgaans geslepen worden, is niet 100% de ideale vorm om alle lensfouten te corrigeren. (
http://www.vanwalree.com/optics/spherical.html ).
Een kleiner deel van het glasoppervlak (als je diafragmeert) zijn de effecten van die niet ideale vorm gunstiger en loopt daarmee de beeldkwaliteit toe. Als er te ver gediafragmeerd wordt, komt er een ander fenomeen om de hoek kijken, genaamd "diffractie", het net wat buigen van licht langs de randen van het diafragma. Bij een kleinere opening krijgen die buigende lichtstralen een groter aandeel als storende factor in de beeldvorming in verhouding met de stralen door het midden, waardoor de algemene beeldkwaliteit weer afneemt.
Dus kwaliteit vanuit volle opening neemt eerst toe, tot een maximum om daarna weer af te nemen.
Dat is één kant van het verhaal, als zijnde "sweet spot".
Je ziet dat grafisch bij vele objectieven tests tot uitdrukking komen.
Hier een voorbeeld van de Nikkor 50mm/1.4 - De grafiek gaat niet verder dan diafragma F 8
maar je ziet de waarden daar al naar beneden gaan. Bij F 11 en F 16 is dat nog eens veel sterker.
Hier de grafiek van de Micro Nikkor 105mm/2.8 VR waar de grafieken getoond worden als je verder diafragmeert.
Heel ver diafragmeren heeft dus geen zin om alles "scherp" te hebben. De scherptediepte neemt wel toe met een kleiner diafragma, maar de algemene scherpte gaat zodanig ver omlaag dat die de toenemende scherptediepte heel rap inhaalt. Zelf diafragmeer ik nooit verder dan f 11 met kleinbeeld gerelateerde camerasystemen (DX / FX), maar meestal gebruik ik grotere openingen.
Andere betekenis die bij objectieven wordt gebruikt voor "sweet spot" is het verschil in afbeeldingskwaliteiten in de hoeken van objectieven tussen het DX opnameformaat en FX opnameformaat bij gebruik van dezelfde objectieven.
Objectieven presteren slechter in de hoeken dan in het centrum. Met gebruik van het kleinere DX opname-formaat gebruik je die slechtere hoeken niet zoals ze worden gebruikt bij full frame FX-formaat. Dus je gebruikt met DX alleen het betere middengedeelte van de afbeeldingsmogelijkheden van objectieven. De "sweet spot" ---> het beste gedeelte van een objectief voor de afbeelding op DX-formaat.
Overigens is de website van Paul van Walree een erg goede bron om het een en ander op te steken over objectieven.
Één bepaalde pagina zou ik er echter nog extra uit willen lichten, omdat er veel misvattingen zijn over allerlei beeldende zaken waar veel over gediscussieerd wordt, waar kort en bondig een antwoord op is om die misvattingen de wereld uit te helpen.
http://www.vanwalree.com/optics/misconceptions.html