Wat de beste objectieven zijn is heel moeilijk aan te geven.
Objectieven zijn
altijd een compromis, is het niet op optisch gebied, dan wel in lichtsterkte, handelbaarheid, wel of geen autofocus.
De vraag zou eerder kunnen zijn, wat zijn de beste objectieven voor een bepaald gebruiksdoel.
Een sportfotograaf stelt andere eisen dan een landschapsfotograaf, iemand die plantjes fotografeert andere dan iemand die portretten maakt, iemand die architectuur fotografeert andere dan iemand die optredens in schaars verlichte clubs vastlegt.
Wat voor het ene gebruiksdoel erg goed werkt, kan voor een ander gebruiksdoel juist helemaal een verkeerde keuze zijn. Dat schept soms wel eens verwarring en teleurstelling als mensen een objectief kopen op basis van verwachtingen van een verkeerd gesteld gebruiksdoel. Bedenk dat bij bepaalde objectief-constructies de gevoeligheid voor een aantal negatieve eigenschappen sterker naar voren komt als bij andere constructies (bijv. AF versus manueel).
Dus vraag jezelf vooral af waar je een objectief voor wilt inzetten en loop via testen, maar vooral gebruikservaringen na (veel voorbeelden op Flickr bekijken) waar objectieven in bepaalde aspecten juist minder goed in zijn voor een specifiek gebruiksdoel.
Bedenk dat de hoogste scherpte in de meeste gevallen zeker niet de belangrijkste factor is in het beoordelen van een objectief of het voldoet. Je kunt een objectief hebben die scherper is dan alle andere, maar als die verder heel vervelende eigenschappen heeft in allerlei andere beeldende aspecten en lensfouten, kom je echt beter uit met een minder scherp objectief maar verder heel aangename beeldeigenschappen voor de rest.
Dus ik begin maar met het opnoemen van bepaalde typische lensfouten die bepaalde objectieven in zijn algemeenheid juist wel of niet hebben gerelateerd aan bepaalde constructies.
HOGE LICHTSTERKTE ( objectieven met lichtsterkte
f/1.2 -
f/1.4 en in veel gevallen zelfs nog bij
f/2 of minder lichtsterk).
Zonder uitzondering hebben dit soort objectieven erg veel last van Longitudinale (Axiale) Chromatisch Aberratie (LoCA).
Dat is de kleuromslag op contouren van details in onscherpe delen, vóór en achter het scherpstelpunt bij grote lens-openingen.
Voorwerpen worden dan purper-roodachtig vóór het scherpstelpunt, groen-achtig in de delen achter het scherpstelpunt.
Dat heeft verder ook behoorlijke consequenties op de kleurindruk in details van het gehele beeld als zuiverheid in kleur.
Voor een correcte weergave van delicate schakeringen in kleur, met fijne pasteltinten in een onderwerp is LoCA juist niet iets wat je kunt gebruiken.
Een voorbeeld van een lens met erg veel LoCA is bijv. de Zeiss ZA Sonnar T* 135mm f/1.8
Bron:
http://www.photozone.de/sonyalphaff/500 ... ff?start=1" onclick="window.open(this.href);return false;
Dergelijke fouten verdwijnen pas volledig of in voldoende mate vanaf diafragma f/5.6 of daar omtrent.
Het is verder ook een detail waar objectief-fabrikanten in zijn algemeenheid meer of minder prioriteit aan schijnen te geven in hun lensontwerpen. Van Zeiss objectieven is bekend dat ze relatief vrij veel LoCA hebben. In tegenstelling tot de gewone CA (kleurrandjes op contouren in hoeken en randen van het beeld) is LoCA softwarematig nauwelijks of niet te corrigeren.
Denk nu niet dat het bij Nikon veel anders is, want met name bij de laatste nieuwe Nikon objectieven liggen prioriteiten kennelijk ook op een ander vlak. Nikon heeft in Capture NX2 wel een correctiemogelijkheid waarmee je het iets kunt beperken.
Het kan voor bepaalde fotografie daarom raadzaam zijn minder lichtsterke objectieven te gebruiken die nauwelijks of geen last hebben van LoCA. Die starten met die lagere lichtsterkte op volle opening op dit punt in veel gevallen al stukken beter dan het hoge lichtsterke objectief tot dezelfde waarde gediafragmeerd.
Een objectief wat dat betreft bekend staat als
voortreffelijk op LoCA gecorrigeerd is de Voigtländer SL 125mm f/2.5 APO-Lanthar. Bron:
http://www.photozone.de/canon-eos/267-v ... ew?start=1" onclick="window.open(this.href);return false;
Dat is een van de redenen dat dit objectief (niet meer nieuw te krijgen) 2e hands circa het 3-4 voudige kost als wat het ooit nieuw heeft gekost. De 90mm en 180mm Voigtländer APO-Lanthars doen het wat LoCA betreft ook erg goed.
Lees ook verderop de invloed van manueel versus autofocus.
COMA:
Lichtsterke objectieven worden verder met name gebruikt bij gebrekkige lichtomstandigheden, stadsgezichten e.d.
Fouten waar lichtsterke objectieven ook meer last van hebben is
COMA. Dat is dat bij lichtpuntjes in de randen en hoeken van een beeld daar een vreemd vlinder-achtig veegje aan vast hangt of een staart zoals bij een komeet.
Coma bij de oude manuele Nikkor 35mm/1.4G AI-s
Bron:
http://www.momentcorp.com/review/nikon_ ... _ai-s.html" onclick="window.open(this.href);return false;
Coma bij de nieuwe Nikkor 85mm/1.4G AF-S
Bron:
http://www.lenstip.com/264.7-Lens_revie ... atism.html" onclick="window.open(this.href);return false;
Ter vergelijk Coma bij de Samyang 85mm/1.4
Bron:
http://www.lenstip.com/166.7-Lens_revie ... atism.html" onclick="window.open(this.href);return false;
Verder zul je in het algemeen coma ook in sterkere mate tegenkomen bij groothoekobjectieven dan bij tele-lenzen.
CA (Chromatische aberratie) zijn de geel/blauwe of groen/rode kleurrandjes buiten het centrum in het beeld rondom contouren. Het is of de RGB-kanalen iets verschoven zijn. Bij groothoekobjectieven doorgaans wat sterker aanwezig dan bij normaal brandpunt objectieven. Deze fout kan tegenwoordig prima softwarematig gecorrigeerd worden. Bij de huidige Nikon camera's gebeurd het zelfs direct in de camera als je JPG-bestanden als uitvoerbestand aanhoudt. Bij RAW in de processing achteraf.
MANUEEL versus AF of AF-S + VR constructies:
Bij de eerste autofocus lenzen werd gewoon een complete groep lenzen via een schroefspindel heen en weer bewogen voor de juiste scherpstelling. Feitelijk op vergelijkbare manier wat er bij manueel scherp te stellen objectieven gebeurd door het lenzenstelsel heen en weer in de objectief-tubes te verdraaien.
Dergelijke scherpstelmethoden zijn voor een autofocus lens minder prettig omdat ze erg traag zijn. Zeker bij toenemende brandpunt waarbij de trajecten van lensverstellingen en de afmetingen van lensdelen en massa steeds groter worden. Dus werden er constructies bedacht om intern slechts enkele lensdelen over een veel kleiner traject te laten verschuiven.
IF ofwel
Interne
Focusverstelling. Later met nog meer ingrijpende constructies bij het gebruik van AF-S (met eventuele toevoeging van VR).
Dit soort constructies is enkel bedacht om een snelle autofocus te kunnen uitvoeren maar heeft optisch consequenties in de verhoogde gevoeligheid voor bepaalde lensfouten. Met name dit soort constructies geeft eerder kleurrandjes rondom contouren bij hoge contrasten voor delen buiten het scherptegebied, en ook de neiging van LoCA (hetgeen wat hiervoor bij hoge lichtsterke objectieven is besproken) neemt daarbij toe. Dat moet weer met meer complexe ontwerpen gecompenseerd worden om tot goede optische prestaties te komen. Wat in de prijs van dergelijke objectieven is terug te vinden.
Michael (A90) heeft onlangs de nieuwe Nikkor 85mm/1.4G AF-S aangeschaft, getest en constateerde dat de LoCA van de nieuwe lens sterker is als van het oude model 85mm/1.4 AF-D, die daarbij overigens ook al van een interne scherpstelling was voorzien.
Dus AF-S heeft zeker zijn consequenties. Gelukkig wordt dat wel weer ruimschoots gecompenseerd met andere kwaliteiten van die lens. Maar het is beslist een punt wat je wel moet beseffen als je dit soort objectieven (bedoeld met AF-S en lichtsterk) aanschaft voor een bepaald gebruiksdoel.
Manuele objectieven waarbij in het geheel geen rekening gehouden hoeft te worden met die interne scherpstel-constructies kunnen daarom met minder complexe ontwerpen, meestal goedkoper, optisch gezien een prima alternatief zijn.
(Zoals de hierboven genoemde Voigtländer objectieven of het opkomende Koreaanse merk Samyang).
"BREATHING" van objectieven:
Aanverwante problematiek met betrekking tot interne scherpstelling is de verkorting van de werkelijke brandpunt van
macro-objectieven bij korte instelafstand. Om een objectief bij macrogebruik niet eindeloos uit te moeten laten schuiven bij het korter instellen, gebruikt men een truc om de brandpunt te veranderen.
De afstand tot het onderwerp om tot een bepaalde vergrotingsmaatstaf te kunnen komen wordt daarentegen een stuk korter dan men op grond van de opgegeven "officiële" brandpunt zou vermoeden. Dus denk je een langer brandpunt aan te willen schaffen om meer onderwerpsafstand te bereiken (bij insectenfotografie) kan dat in de praktijk wel eens behoorlijk tegenvallen.
Zeker bij vaste opstellingen bij gebruik van een statief is dit fenomeen ook vervelend omdat de vergrotingsmaatstaf vanuit die vaste opstelling varieert afhankelijk als de scherpstelling nog niet goed is afgeregeld, en je stelt de scherpte bij.
Er is een specifiek draadje met betrekking tot de kortste instelafstanden van macro-objectieven hier:
http://www.nikon-club-nederland.nl/foru ... 06&start=0" onclick="window.open(this.href);return false;
Dit fenomeen noemt "breathing" ofwel het ademen omdat je het beeld heen en weer ziet gaan in grootte met op en neer scherpstellen. De meeste van de huidige macrolenzen hebben meer of minder te maken met een dergelijke constructie. (Met name de huidige AF-D en AF-S Nikkor macro/micro lenzen). Diverse zoomlenzen idem. De Nikkor 70-200/2.8 AF-S VR
II is "berucht" om dit fenomeen. Op de kortste instelafstand is de effectieve langste brandpunt slechts ongeveer 135mm inplaats van de officiële 200mm. De maximale vergrotingsmaatstaf is dus minder sterk dan men op voorhand zou vermoeden. Met de toch als niet bijster erg dichtbij kortste instelafstand wel iets om rekening mee te houden bij aanschaf.
BEELDVELDWELVING:
Dat is het gebogen lopen van het scherpstelvlak.
Aan de randen/hoeken is het scherptevlak bijv. een stuk dichterbij als in het centrum van het beeld. Er zijn ook objectieven waarbij het juist andersom is.
Veel groothoeklenzen en zoomlenzen hebben wel enige mate van beeldvelwelving. Ook bij hoge lichtsterke 50mm objectieven is het geen onbekend verschijnsel. Het effect ervan wordt minder bij diafragmeren omdat de scherptediepte toeneemt. Bekend voorbeeld van een objectief met (sterke) beeldveldwelving is de Nikkor 24-70/2.8 AF-S bij de kortere brandpunt-instellingen. Ook de manuele Voigtländer 58mm/1.4 heeft een merkbare beeldveldwelving.
Je kunt van dit fenomeen juist positief gebruik maken bij situaties waar je juist een gebogen onderwerpslijn hebt. Zoals bij recepties en feesten waarbij mensen dikwijls in een wat gebogen cirkelboog om de fotograaf heen staan. Voor dit soort reportage-achtige onderwerpen voldoet die Nikkor 24-70/2.8 AF-S het dus uitstekend.
Ook voor onderwerpen waarbij alleen het onderwerp in het midden scherp moet zijn hoeft beeldveldwelving geen probleem te zijn. Bij portretfotografie merk je er weinig van.
Bij landschapsfotografie in de verte en bij reproducties van platte voorwerpen waar je alles scherp wilt hebben van hoek tot hoek zijn dit soort objectieven met beeldveldwelving juist een totaal verkeerde keus.
VERTEKENING:
Het boller (ton-vormig) of holler (kussen-vormig) overkomen van het beeld.
Deze fout komt het meest naar voren bij groothoek(zoom)objectieven voor spiegelreflex camera's als gevolg van het "retrofocus"-ontwerp wat dit soort objectieven nu eenmaal met zich meebrengen. Retrofocus is het verder naar voren moeten "uitbouwen" van een objectief dan men op grond van de brandpunt zou verwachten.
Hele korte brandpunten zouden eigenlijk helemaal verzonken in de camera zitten, maar dat kan niet omdat daar de spiegel zit van de spiegelreflex body. Nu komt het meer uitbouwen naar voren voor digitaal wel weer goed uit, omdat bij een digitale sensor de lichtstralen toch al zoveel mogelijk er recht op moeten vallen. In ieder geval beperkt in de hoek van het licht wat erop valt.
De vignettering naar de hoeken toe wordt daarmee ook beter tegengegaan. Maar zoals gezegd voor de vertekening zijn dergelijke constructies in het nadeel.
Tegenwoordig hoeft vertekening niet zo'n groot probleem meer te zijn, omdat het softwarematig gecorrigeerd kan worden. Met sterker corrigeren (omdat een lens een sterke vertekening heeft) verlies je wel wat aan resolutie. De meeste fotografen streven daarom nog steeds wel naar een zo goed mogelijk reeds standaard gecorrigeerd objectief op vertekening.
Voor architectuuropnamen is een vertekeningsvrije weergave beslist van doorslaggevend belang.
Origineel:
Correctie bolvormige vertekening met PTLens (en tevens perspectivisch gecorrigeerd):
EDIT: --->
Aanvulling m.b.t. architectuurfotografie + landschapsfotografie, in de keus van objectieven.
Bedenk dat iemand die architectuurfoto's maakt, vanuit het gegeven van het onderwerp dat dikwijls in alle rust doet vanaf statief. Ook bij minder ideale lichtomstandigheden wordt daarbij niet snel gegrepen naar een hoge ISO-instelling maar kiest men eerder voor een (nog) meer langzame sluitertijd. Voor de beste scherpte van hoek tot hoek, contrast en redelijk grote scherptediepte kiest men doorgaans ook voor de wat kleinere diafragma-openingen (tussen f5.6 en f11).
Dus bij dit soort fotografie is de noodzaak van kostbare lichtsterke objectieven nauwelijks of niet aanwezig. Gediafragmeerd doet de kwaliteit van goedkopere minder lichtsterke objectieven niet onder voor meer lichtsterke types die tot dezelfde waarden gediafragmeerd zijn. Voldoen misschien zelfs wel beter omdat snelle lenzen dikwijls al weer iets op hun retour zijn bij wat sterker diafragmeren.
Dit gegeven geldt in de meeste gevallen ook bij landschapsfotografie.
Het is daarbij dus prima mogelijk hoge kwaliteit beelden te krijgen met minder dan de "beste" objectieven.
<---
CONSTRUCTIE - OMVANG/GEWICHT - HANDELBAARHEID - BETROUWBAARHEID IN DE GOEDE WERKING:
Buiten de optische kwaliteiten kan de keus van een objectief sterk afhangen hoe prettig ermee te werken is. Hoe voelt het ding in de hand, stelt iemand prijs op een compacte bouw en laag gewicht om in een rugzakje mee te nemen of wil iemand juist forse objectieven omdat die kolenschoppen van handen heeft, hoe betrouwbaar is het allemaal en blijft het allemaal werken onder moeilijke en ruwe omstandigheden of op de lange duur?
Van diverse AF-S objectieven is bekend dat AF-S niet het eeuwige leven heeft, reparaties zijn kostbaar en "breken" makkelijk bij relatief kleine ongelukken. Oude manuele AIS objectieven doen het dikwijls nog prima na 25-30 jaar.
Koopt iemand lenzen voor slechts enkele jaren en gaat met de tijd mee net zo snel als de aanschaf van een andere camera, of is dat allemaal van minder gewicht omdat de optische prestaties datgene leveren wat het al die jaren reeds met plezier heeft geleverd?
Een exacte lijst van objectieven ga ik niet samenstellen omdat het duidelijk is dat de criteria van wat het beste is, goed of "goed genoeg" ook aan persoonlijke voorkeuren gerelateerd is in het gebruik en het gewicht wat iemand legt aan specifieke correcties voor een bepaald gebruiksdoel. Van wat ik goed vind zou een ander misschien niet mee willen werken door de onhandelbaarheid (zoals de tilt-shift lenzen hieronder genoemd). Andere lenzen zijn beslist het neusje van de zalm (bijv. de Nikkor 200mm/2.0 VR
II) maar de omvang en het gewicht zou ik daar weer moeite mee hebben om er lekker in een rugzak op pad mee te gaan en daar lekker mee te werken.
Zou ik productfotografie doen met tilt- en shiftmogelijkheden, zou ik eerder kiezen voor objectieven van bijv. Harblei
http://hartblei.de/en/sr80pl.htm" onclick="window.open(this.href);return false;
of van bijv. Schneider-Kreuznach:
http://dpreview.com/news/1009/10091705s ... tslens.asp" onclick="window.open(this.href);return false;
dan de Nikon tilt-shift varianten.
ANDERE LENSFOUTEN:
In de opsomming en uitleg ontbreken verder nog zaken als sferische aberratie, astigmatisme, vignettering, flare en ghosting.
Vooral die laatste (flare en ghosting) komt men nog wel eens tegen bij ingewikkeld samengestelde objectieven zoals uit vele elementen bestaande groothoeklenzen en zoomlenzen. Niet alleen bij tegenlichtopnamen in volle zon kan men er last van hebben, maar met name juist ook bij avondopnamen met stadslichten of bij concertfotografie met schijnwerpers en spots die bij podia gebruikt worden.
Uitgebreide info m.b.t. lensfouten:
http://toothwalker.org/optics.html" onclick="window.open(this.href);return false;
Verder is in het geheel nog niet gesproken over subjectieve zaken als Bokeh en technisch niet te kwantificeren beeldkwaliteiten.
Feitelijk een van de belangrijkste redenen om het ene of andere objectief te kiezen. Dat objectieven niet echt duur hoeven te zijn voor die beschreven kwaliteiten, kan kijken in het draadje:
"Foto's gemaakt met oude MF objectieven [verzamel]".
Verder een goede richtlijn vind ik de objectiefkeuzes van Bjørn Rørslett en van Lloyd Chambers.