NCN Forum

Henk,
Je hebt gelijk, maar bent niet on-topic.
Als je meer wilt weten, start dan een apart item , of stuur een PB.
Groeten, Gijs

Henk, die AI-nok heeft voor iedere volle opening een bepaalde beginstand. Op ieder 1,4-objectief een bepaalde stand, op ieder 2,8-objectief een bepaalde stand en zo verder. Dat is nu juist het principe van AI oftewel Automatic Indexing: bij het opzetten wordt de meeneemnok op de camera precies zoveel meegenomen dat de camera de in gebruik zijnde volle opening "weet". Zie het tabelletje in de bijgaande link:

http://www.zi.ku.dk/personal/lhhansen/photo/mcr.htm" onclick="window.open(this.href);return false;

Voor een objectief met een volle opening van f/2 begint de nok bij f/8 plus 2/3 stop,
voor een objectief met een volle opening van f/4 bij f/16 plus 2/3 stop.

Dit in tegenstelling tot de daarvoor gebruikte koppeling met het vorkje; dat vorkje zit altijd op 5,6 (naar nu blijkt met wat heel geringe verschillen naar links of naar rechts!). Afhankelijk van het objectief heb je dus naar de volle opening-kant van de diafragmaring meestal vier stops of vier stops en nog wat (4 / 2.8 / 2 / 1.4 of de andere volle openingen als 3.5, 1.8 of 1.2). Naar de andere kant van de diafragmaring heb je dan de stops 8 / 11 / 16 / 22 / 32 en soms zelfs 45. Het objectief wordt het beste opgezet in de stand 5,6, daarna moet je de diafragmaring rits-rats van het ene uiterste naar het andere uiterste draaien, de pin op de camera valt in het gleufje van het vorkje en voelt dan wat de grootse opening van het in gebruik zijnde objectief is. Wat te controleren is door de aanduiding in het betreffende venstertje: er staat dan een rood puntje tegenover de laagste diafragmawaarde. Als de koppeling in zeldzame gevallen niet zou lukken volstaat vrijwel altijd het heen-en-weer draaien van de diafragaring te herhalen.