Welke modus voor sportfoto's?

[Riemke]

De keren dat ik langs de lijn sta voor sportfoto's maak ik deze met de combi D2hs/Nikon 70-200. Ik gebruik daarbij eigenlijk alijd de diafragma voorkeuze. Door te kiezen voor een groot diafragma probeer ik op die manier de sporters wat los te krijgen van de achtergrond en daarbij maak ik ook optimaal gebruik van het mooie lichtsterke objectief. Foto's maak ik meestal op f2.8 of f4.
Nu kun je natuurlijk ook kiezen voor de sluitertijd voorkeuze of alles handmatig instellen. Ik ben benieuwd naar jullie keuze en evt. motivatie van je keuze.

[olle_griese]

De sportfoto,s die ik maak zijn allemaal met sluitertijd voorkeurkeuze.
Diafragma is minder belangrijk voor me, eventueel stel ik dat bij met iso

[Moros]

Veldsport zoals voetbal en hockey schiet ik op diafragmavoorkeuze, autosport op sluitertijdvoorkeuze

[yoyo]

Manual. Dan zijn alle bestanden gelijk en goed belicht ongeacht achtergrond etc. Kun je ook makkelijk PP doorkopieren.
Alleen als het licht heel snel veranderd (tegen de avond) diafragma voorkeuze op F2.8 tot F4.

[gijs sandberg]

Riemke,

Je vergeet als keuze de AUTO-ISO optie op o.a. de D3, die schijnt vooral bij sportfotografen populair te zijn.

Groeten, Gijs

[Hans Braakhuis]

Ik werk vrijwel alleen met P, en dan zie ik in de zoeker de sluitertijd en diafragma die de camera voorstelt. Daar ben ik het dan niet altijd mee eens en dan verander ik die instellingen met het duimwiel.

Wat is de bedoeling van een sportfoto: nu kom ik zelden op sportvelden, maar stel dat het zou moeten. Ik zou me omdraaien en portretjes schieten van de toeschouwers. Maar misschien wil jij wel opnamen van de sporters. Het probleem bij sporters is dat ze niet camera vriendelijk zijn. Er is meestal beroerd licht en ze bewegen zich te snel. Bij denksport is alleen het licht beroerd, dus die zijn meer camera vriendelijk. Het weinige licht zal maken dat je bewogen foto's krijgt vanwege een te lage sluitertijd en of dat de sporter is bewogen. En een goed bewogen foto is heel interessant.
Recent vliegtuigen gefotografeerd, een buitensport. Vanaf welke sluitertijd kan ik meetrekken en wordt de achtergrond vaag. Dan stel ik dus de S stand in en probeer standen tussen 1/30 en 1/150 uit.

Als ik een D50 zou hebben, dan zou ik het linkerwiel op sport zetten. Andere mogelijkheden heb je dan niet. Met een D60 tot D90 heb je meer mogelijkheden als alleen de sportmodus van het linker instelwiel. Vanaf de D100 en hoger kun je met de gebruiksaanwijzing op je schoot heerlijk je gang gaan.

Nu is voor mij sportfotografie het zelfde als roofvogelfotografie. De camera moet op de maximale snelheid staan.


De tips om de focussnelheid van AF objectieven te verhogen:

1. Gebruik NEF, dat is duidelijk. Zet NEF+JPG in de camera uit, dat vergt rekenkracht. Zet ook compressie uit, normaal heb ik die altijd wel aan staan, maar het vraagt rekenkracht. Bij de actuele camera's zal je het aan de snelheid niet direct merken, maar bij een D100 scheelt het heel veel tijd.

2. Zet de camera op de meervelden lichtmeting (matrixmeting). Andere metingen zullen met een vogel, vliegtuig of ander onderwerp midden in het beeld (spotmeting) misschien beter zijn, het gaat echter zo snel, dat de belichting er vaak naast zit.

3. Zet de schakelaar voor de Scherpstelstand op Continue. Zelf gebruik ik normaal Single, dat is lekker zuinig. De schakelaar zit op mijn camera aan de voorkant, onder de ontgrendelknop voor het objectief. Met Continue AF activeert de camera automatisch de anticiperende scherpstelling als het onderwerp zich verplaatst terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Tijdens de scherpstelling volgt de camera de scherpstelling en probeert te voorspellen waar het onderwerp zich zal bevinden op het moment dat de sluiter wordt ontspannen.

4. Zet het instelwiel op Opnamestand Ch (Continu, hoge snelheid). De camera maakt, zolang je de afdrukknop ingedrukt houdt opnamen met een snelheid van 2,5 tot 11 beelden per seconde (afhankelijk van de camera).
Deze stand heb je nodig om bewegende onderwerpen te fotograferen. Op mijn camera kan ik dit instellen door het instelwiel te verdraaien, dat links van de zoeker, boven op de camera zit. Heb je geen instelwiel, kijk in de handleiding. Bij de D80 is het in te stellen met een klein knopje in de buurt van de afdrukknop, dat je in moet drukken om de instelling te wijzigen. Met een D40 kun je in het menu opnamestand naar de Continu instelling.

5. De AF-veldstand bepaalt hoe het scherpstel-veld wordt geselecteerd in de autofocusstand. Op mijn camera zit er een knopje voor in het midden van de achterwand. Kies de Dynamische AF stand, want dan kunnen de scherpstelzones in de camera de vliegende vogel volgen. De geselecteerde stand wordt aangegeven door een pictogram op het LCD-venster.
Met mijn camera kan ik ook kiezen voor Dynamische AF met prioriteit op het dichtstbijzijnde onderwerp. De camera selecteert dan automatisch het scherpstelgebied met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Daardoor voorkom je onscherpe foto's bij onderwerpen die zich grillig verplaatsen. De vogel vliegt voor verschillende achtergronden maar is altijd dichterbij, gemakkelijker kan het niet.
Bij goedkopere camera’s is er niet altijd de mogelijkheid om te kiezen voor Dynamische AF.

6. Selecteer zo min mogelijk scherpstelzones. In de Dynamische AF stand kun je met een D200 kiezen uit zeven (breed) in plaats van 11 scherpstelvelden. Het is daardoor voor de camera gemakkelijker om het onderwerp in het scherpstelveld te plaatsen. Het aantal scherpstelzones is afhankelijk van de camera. Met een D50 heb je er 5 tot wel 51 bij de D90, D300 en D3's.
Als je minder zones gebruikt kan de camera sneller werken, er hoeft minder gerekend te worden.

Bij de D90, D300, D700 en D3 heb je ook een mogelijkheid van 3D tracking. Dit werkt met de kleuren van het onderwerp. Als je de ontspanknop half indrukt, worden de kleuren in het gebied rond
het scherpstelpunt in de camera opgeslagen. Als de voetballer, of je rennende zoontje het geselecteerde scherpstelpunt verlaat, gebruikt de camera de 3D-tracking om je onderwerp te volgen en wordt zo nodig een nieuw scherpstelpunt geselecteerd. Met de 3D tracking wordt dus het geel van het t-shirt door het beeld gevolgd en daar wordt op scherp gesteld. Met de D300, D700 en de D3 gebruik je dan 51 scherpstelvelden. Met de D90 heb je 3D tracking met 11 scherpstelpunten. De 3D tracking is met name snel als je de camera op statief hebt staan. En je onderwerp beweegt door het beeld. Je ziet dan de scherpstelpunten oplichten waar je onderwerp zich bevindt. 3D tracking versneld het focuseren wel, maar als het echt snel moet, niet gebruiken. Kies dan voor zo min mogelijk scherpstelpunten.

7. Met mijn camera had ik ook in het menu Persoonlijke Instelling > a5 > Focus Tracking met Lock-On, kunnen gebruiken. Daardoor voorkom je dat de camera opnieuw gaat scherpstellen als het onderwerp tijdelijk niet zichtbaar is.

8. Kies in > Persoonlijke Instelling A1 de Selectie prioriteit in AF-C stand. Hierbij kun je kiezen of je in de stand Continue AF altijd een foto wilt maken middels de ontspanprioriteit of alleen als de camera scherpgesteld staat (scherpstel prioriteit). Kies voor de ontspanprioriteit.
Standaard kan je bij de meeste Nikon camera's geen foto maken als de camera niet heeft kunnen scherpstellen, in de stand AF-S.

Je zult zelf moeten uitzoeken hoe een en ander werkt voor je eigen camera. Ook hier is de prijs van de camera weer van belang. Bij een professionele camera zijn de meeste functies met een knopje in te stellen. Bij de D40 en D80 is het meeste middels een menu in te stellen.
Bij de D50 kies je voor het sport menu, meer mogelijkheden heb je bijna niet. In de sportstand zal de camera anticiperen op het onderwerp in het centrale scherpstelveld. Als het onderwerp uit het middelste scherpstelveld beweegt, zal de camera doorgaan met scherpstellen op basis van informatie uit andere scherpstelvelden.

Als je dit nu alles hebt ingesteld, kun je bijvoorbeeld roofvogels gaan fotograferen, die voorbij vliegen. Vliegtuig spotten, een motorcrosser toch scherp op de foto krijgen. Dan nog kan er veel mis gaan.

[ALE]

Zie hier een leuk stukje van Harrie Is echt leuk om te lezen.

Nu even zonder gekheid. Ik gebruik de A-stand maar dan wel met AutoISO i.c.m minimum sluitersnelheid. De sluitersnelheid stel ik in afhankelijk van de sport. Zo houd ik de bewegingsonscherpte onder controle en kan ik na keuze de scherptediepte regelen met het diafragma. Scherpstel- en AF-veldstand staat ingesteld zoals ik hier eens heb beschreven.
Groet,


ALE

[MarileenK]

Voor mij ook diafragma voorkeuze. Heb die tip ooit meegekregen hier op t forum.
Ik heb helaas geen lichtsterke tele maar t levert zo af en toe wel fraaie plaatjes op.

Groetjes

[ahhveurink]

De vraag heb ik vrij recentelijk gesteld aan sport fotograaf Pim Ras( toch niet de eerste de beste). Hij antwoordde als volgt:


PIM RAS:
"Bij voetbal of andere actie kun je het best de sluitertijd boven het diafragma laten prevaleren. Met andere woorden, liever een 2000ste op diafragma 4 dan een 500ste op diafragma 8. Dus als het donker is zet je bijvoorbeeld je ISO waarde op 640 om toch nog de snelste sluitertijd te bereiken".


Groet, Anja

[Roelof]

Bij de sportfoto's die ik tot nu gemaakt heb, ging het me doorgaans om individuele sporters en niet om totaal overzichtjes, ik zet dan het diafragma vol open en pas dan evt de ISOwaarde nog aan om een acceptabele sluitertijd te krijgen. Ik heb liever 1/2000 s omdat ik F2.8 heb gekozen dan dat ik F4 krijg omdat 1/1000 s als sluitertijd wel genoeg was.
Op het moment dat je in een gymzaal zit en de ISOwaarde al flink omhoog hebt geschroefd om een acceptabele sluitertijd bij max diafragma te krijgen dan wordt de keuze moeilijker, kies je dan voor een onderbelichte foto omdat je diafragma niet ver genoeg open kan bij je gewenste sluitertijd of kies je voor goed belichte maar bewogen foto. Als ik tussen die kwaden moet kiezen dan zou ik voor de sluitertijd gaan en hopen dat ik de foto op de pc nog voldoende op kan lichten om er echt wat van te maken.
In het uiterste geval kies ik voor geen foto's maken.

[Grojan]

Wat inderdaad goed werkt bij de nieuwe camera's (D3/D700) is A in combinatie met auto iso, je stelt dan de camera in op A en f2.8 of f4, bij auto iso kan je de langste sluitertijd instellen op b.v 1/1000 sec. Bij goed licht krijg je dan b.v f2.8, iso200 en sluitertijd 1/2000 sec maar als het licht minder wordt daalt de sluitertijd tot maximaal 1/1000 sec en gaat de camera compenseren door de iso omhoog te doen dit werkt perfect moet ik zeggen.

Groeten Jan.

[Melliw]

Meestal gebruik ik dan de S-modus. Dat is dan ook de enigste situatie, de camera staat bijna altijd op A.

gr. Melliw

[Veneboer]

Altijd diafragmavoorkeuze. De ISO waarde's kies ik handmatig omdat ik zelf wil kunnen bepalen hoeveel ruis er is. Afhankelijk van de hoeveelheid licht en de verwachte actie resulteert het gekozen diafragma in een soort van range van sluitertijden die ik wil gebruiken. Kijk eens op mijn flickr site. Alle hockeyfoto's zijn op deze wijze gemaakt en representatief voor wat er denk ik op deze wijze haalbaar is.

[a90]

Wat inderdaad goed werkt bij de nieuwe camera's (D3/D700) is A in combinatie met auto iso, je stelt dan de camera in op A en f2.8 of f4, bij auto iso kan je de langste sluitertijd instellen op b.v 1/1000 sec. Bij goed licht krijg je dan b.v f2.8, iso200 en sluitertijd 1/2000 sec maar als het licht minder wordt daalt de sluitertijd tot maximaal 1/1000 sec en gaat de camera compenseren door de iso omhoog te doen dit werkt perfect moet ik zeggen.

Groeten Jan.

Mee eens, gebruik ik ook veel. Bij onderstaand voorbeeld overigens niet.

Hoe korter de sluitertijd, hoe beter bij sporten (meestal dan)



Een groot diafragma heeft het voordeel dat je heel mooi een situatie kan isoleren

[benikon]

bij snelle sport: manueel met auto-iso, omdat ik sluitertijd en diafragma als vast geheel wil hebben om niet elke keer te hoeven checken of S wel snel genoeg is, of dat ik een bepaalde S laag en A vast wil hebben bij bijv meetrekken.
groeten Ben