Hoi Riemke,
Ben even een paar dagen niet op het forum geweest vandaar mijn late reactie. Dit zal helaas de rest van het jaar vaker gaan voorkomen

. Ik werd gelukkig via een PB op dit draadje geattendeerd anders had ik deze gegarandeerd gemist. Het is niet meer te doen indien je paar dagen niet op het forum bent geweest.
Zoals je denk ik wel weet ben ik een groot bewonderaar van het werk van Joe McNally, David Hobby, Neil van Niekerk, Dave Black en Neil Turner. Ik heb hun werk dusdanig bestudeerd, in praktijk gebracht en opgeschreven, met name tijdens mijn D80 – D200 – SB600 tijdperk. Bij beide camera’s kon je eigenlijk niet goed uit de voeten indien je boven de ISO800 uitkwam. Vandaar dat ik mijn heil meer en meer zocht in het openen van het diafragma en lagere sluitertijden om zodoende meer omgevinglicht te vangen.
Met de nieuwe generatie camera’s waar je met gemak hogere ISO waarden kan gebruiken, de nieuwe krachtige generatie TTL flitsers wordt deze richtlijn een iets wat achterhaald.
Zoals eerder beschreven, heeft de sluitersnelheid tot op zekere hoogte, geen invloed op de flitsbelichting. Hierdoor zijn we instaat om een betere balans te verkrijgen tussen het aanwezige licht en flitslicht.
Bij TTL flits zal camera en flitser de combinatie diafragma en ISO instelling gebruiken om de hoeveelheid flitslicht te bepalen. Dit houdt in dat de keuze van ISO en diafragma meer en meer transparant voor de belichting wordt. Door de TTL flitser heb je meer vrijheid gekregen om meer of minder omgevingslicht te registeren door de combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO gelijk in stops met elkaar aan te passen. Indien je de waarden niet aan elkaar aanpast zal de TTL flitser zorgen voor de compensatie (meer of minder licht). Nu zit hier wel een addertje onder het gras en dat is het indien we gaan bouncen via muren, plafon, schermen etc. Dat is de afstand.
Licht valt sneller af als je dichtbij fotografeert dan als je onderwerp verder weg staat. Dit komt door de omgekeerde kwadratenwet (lichtsterkte is omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand tussen onderwerp en lichtbron). Met ander woorden, de lichtsterkte neemt exponentieel af wanneer de afstand verdubbeld. Dus als je de afstand tot het onderwerp verdubbelt dan verlies je 4 keer aan lichtsterkte.
Voorbeeld:
Een onderwerp staat op 2 meter van de camera en wordt goed belicht. Dan wordt hetzelfde onderwerp op 4 meter afstand 4 stops onderbelicht. Als je een onderwerp op 10 meter goed belicht is een onderwerp op 15 meter maar 1 stop minder en dus ook nog redelijk belicht.
Alles heeft dus zijn invloed en een maximum. Ga je te hoog zitten met je ISO waarde, wordt je foto vergeven door ruis. Jouw camera heeft de waarde X als aanvaardbare ISO waarde. Hoever kan je je diafragma openen om het gewenste resultaat te krijgen (objectief en onderwerp afhankelijk). Je flitser werkt vanaf een bepaald moment op zijn maximum capaciteit. Meer licht kan hij niet opbrengen. Dan kan je alleen nog maar je sluitertijd verlengen, en daar zit ook een maximum aan totdat je bewegingsonscherpte gaat krijgen. Voor de een is dit eerder dan voor de andere. Dit kan je positief beïnvloeden door je camera anders (steviger) vast te houden. Kijk maar eens naar dit filmpje van Joe McNally:
Da Grip. Met deze houding kan je sluitersnelheden behalen waar je normaal gesproken over mag dromen.
Resumé, de algemene richtlijnen die ik hier regelmatig heb beschreven vind ik persoonlijk nog steeds erg goed als uitgangspositie. Alles is afhankelijk van de omgeving en soort van onderwerp je gaat fotograferen. Blijf het zien als een richtlijn en verhoog je ISO eens met 1 of twee stops. Is dat nog aanvaardbaar, dan kan je je sluitertijd ook sneller instellen. Laat je je ISO voor wat het is en je verhoogt je sluitertijd, gaat je SB800 meer licht afgegeven (compenseren totdat hij aan zijn maximum zit). Dit mag best totdat je ziet dat het een flitsfoto is en dat zal mijn inziens en helaas zeer snel gebeuren. Ga spelen met de instellingen en kijk wat er gebeurt maar vooral wat jij aanvaardbaar vindt.
Hope this helps,
ALE