Bericht
door emdeklerk » do jul 29 2010 7:52 pm
Je roert een beetje heikel punt aan. Wat je bij lezing van die diverse "draadjes" ook ontdekt zult hebben.
Een foto met één of meer mensen zou je beter als "mensfotografie" kunnen bestempelen.
Een portretfoto is, in de klassieke zin, een foto van één persoon die hoofd, hals en schouderpartij of een deel van het bovenlichaam toont: beeldvullend dus. Om zo'n foto in de juiste, niet-vertekenende perspectivische verhoudingen te maken zou je een licht tele-objectief moeten gebruiken. Richtlijn: twee maal de beelddiagonaal, dat wil dus zeggen voor kleinbeeld twee maal 43mm, is 86mm. De klassieke portretobjectieven bevinden zich voor kleinbeeld dan ook in het bereik 85 tot 105mm. Waarom dat wat starre vasthouden aan die brandpuntsafstanden? Als je een gezicht met een groothoek beeldvullend fotografeert heb je al snel dat de dichterbij gelegen delen als de neus te groot worden afgebeeld. Andersom: als je met een langere tele werkt wordt het resultaat vaak te "plat". Tot zover de "klassieke" opvatting - die ik overigens huldig.
Dat is ook de werkwijze van de grote portretfotografen als Karsh, Newman, noem maar op. Maar die maakten dan ook fantastische portretten in de klassieke zin, waarbij zij er altijd weer in slaagden het karakter van de geportretteerde vast te leggen. Dat is namelijk de kunst: een portret van - ik noem maar iemand - Barack Obama of Angela Merkel moet iets heel anders uitdragen, een andere zeggingskracht hebben dan de bruidsfoto van je buurmeisje.
Met dat klassieke idee van een portret zijn veel mensen het niet eens: die stellen dat een portret best met een groothook gemaakt kan worden, waarbij dan meestal wordt afgezien van beeldvullend een gezicht met hals te fotograferen: als je voldoende afstand neemt krijg je ook nog eens meer omgeving in beeld. Ideaal om iemand te portretteren in zijn werkomgeving. Een kunstenaar in zijn atelier, een lasser aan een schip.
Denk ook aan de portretten van ambachtslieden die Paul Huf vroeger voor Grolsch maakte. Het gereedschap, de werkplaats, de entourage waren essentieel voor zijn foto's. Er stond veel meer op dan hoofd - hals etc.
Ook kun je natuurlijk het "platte" voor lief nemen en met langere tele's werken, wat in "glossy" bladen vooral in de jaren zeventig en tachtig erg in was.
Erg populair tegenwoordig is op grootformaatcamera's met lichtsterke objectieven te werken die een heel mooie beeldvoordracht hebben en een heel geringe scherptediepte. Kijk eens op de site van Martin Schoeller. (Obama!)
Maar toch: als het gaat om portretfotografie bestaat dat voor mij uit de "klassieke" aanpak.
Ieder het zijne, ieder kan fotograferen wat en zoals hij of zij wil.
emdeklerk