louis.janssen schreef:
@Léon Obers: Je toelichting is helder. Toch blijft de vraag waarom dit (in Auto FP-stand) wél kan bij 1/8000 maar niet bij 1/350 of 1/750 …enz.
Globaal een indeling hoe het werkt.
Een enkele flitspuls is zodanig kort, dat die "normaal" in ieder geval moet plaatsvinden als de spleetsluiter over de gehele hoogte van het beeld open is. Of wel binnen de minimale flits synchronisatietijd. Flits je bijv. met een 1/500 seconden is de open spleet niet meer die hele hoogte open, maar ongeveer de helft van die hoogte (als de flitssynchronisatietijd 1/250 seconde is). Flits je dan in normale mode, wordt slechts de helft van het beeld belicht. De andere helft is namelijk afgeschermd door het 2e sluitergordijn.
Tot zover de basistechniek van flitsen met een spleetsluiter.
Bedenk dat de
afloopsnelheid (de snelheid van het onder naar boven klappen van de sluiterbladen) bij kortere sluitertijden niet hoger wordt, maar de belichting van kortere sluitertijden gebeurt door de spleet smaller te maken.
Bij 1/500 sec, de helft van de hoogte, 1/1000 sec een kwart van de hoogte enz. tot 1/8000 sec. een 1/32 van de hoogte.
Wil je kortere sluitertijden gebruiken en toch willen flitsen, wordt de flitser in een mode gezet dat die gedurende
de afloop van de sluiter als een stroboscoop vele kleine flitsjes afgeeft (met een lager vermogen). Dat is dus die FP mode.
Filmpje met FP-mode uitleg.
Er moeten betere filmpjes zijn, maar nog niet gevonden. (In werkelijkheid loopt een sluiter precies andersom af):
http://www.youtube.com/watch?v=R35Bc9to ... page#t=100" onclick="window.open(this.href);return false;
Even voor het begrip versimpeld en een andere start sluitertijd omdat het makkelijker als breuk te vergelijken is.
We nemen even niet 1/320 sec. maar een 1/250 sec.
Bij een 1/250 sec. zou je in FP mode dan 32 stroboscopische flitsen kunnen afgeven om het hele beeld te belichten.
Een spleet van die hele hoogte neemt 32 flitsen waar over een tijdspanne van 1/250 sec.
Bij een 1/500 sec - worden er ook 32 flitsen afgegeven, maar het gedeelte tussen een geopende spleet ziet slechts 16 flitsen. Met het verder aflopen van de spleet langs de beeldhoogte naar boven worden de opvolgende andere flitsen dan afgegeven. Dus dat gedeelte wordt dan ook belicht.
Bij een 1/1000 sec - ziet de geopende spleet 8 flitsen
Bij een 1/2000 sec - ziet de geopende spleet 4 flitsen
Bij een 1/4000 sec - ziet de geopende spleet 2 flitsen
Bij een 1/8000 sec - ziet de geopende spleet 1 flits
Meteen wordt duidelijk dat met een kortere sluitertijd (smallere spleet) minder flitsen binnen die spleet vallen, en er dus een steeds scherper beeld ontstaat. Bij een bredere spleet wordt hetzelfde beeldgedeelte door meerdere flitsen belicht wat we waarnemen als een beweging. Hoewel het eigenlijk stapjes zijn. Met nog minimaal nagloeien van die flitsen, loopt dat in elkaar over.
Ik heb nu wel heel fraai een verdeling gemaakt van 1 flits bij een 1/8000 sec. en 32 flitsjes bij 1/250 sec., maar in de praktijk zou het misschien kunnen zijn dat men een dubbel of drievoudig hoge frequentie heeft om een meer egale lichtverdeling over de gehele hoogte af te lopen traject te garanderen. De frequenties daarvan zijn mij echter niet bekend.
louis.janssen schreef:
Je vraag over de plaats van de rood/witte blokjes, is me niet helemaal helder. Behalve een beetje bewegingsonscherpte in de draairichting, zie ik niets bijzonders. Maar dat is vermoedelijk niet je vraag.
Omdat de sluiterbladen bij 1/8000 sec zelf niet sneller aflopen dan bij 1/250 sec. wordt het gedeelte onderin bij de sensor met die aflopende spleet eerder belicht dan bovenin bij de sensor. Met het onderste en bovenste randje zit daar dus 1/250 seconde verschil in. Vandaar de vraag waar de details van die blokjes zitten van de meedraaiende ventilator.
Een beweging van bijv. een neervallende Guillotine zou gelijk kunnen lopen met de afloopsnelheid van een sluiter, met zijn beweging over de hele hoogte (beeld staat op zijn kop bij de beeldsensor). In dat specifieke geval blijft het gedeelte van die Guillotine in beeld binnen een spleet van een korte sluitertijd precies meelopen met die spleet, en zou op die wijze over de hele hoogte "hetzelfde" detail te zien zijn.
Bij een ventilator in precies een mooi afgepaste snelheid met die bewegende blokjes zou dat zodanig kunnen uitpakken dat het lijkt of die gedeelten zijn verschoven. Aan de ene kant loopt het met de snelheid van de aflopende sluiterbladen mee, aan de andere kant juist de tegenovergestelde richting het tegenovergestelde effect alsof het dubbel zo snel is.
Vroeger bij wat langzamer (en horizontaal) aflopende spleetsluiters zijn er legio voorbeelden te vinden wat de effecten zijn van fotografie van voorwerpen met snelheid. Bijv. wegraces met auto's die meer uitgerekt lijken, of juist "verkort", of "scheef" door dit soort effecten van een ander tijdstip van belichting van de voorkant tegenover de achterkant, e.d.