Ik ben heel erg benieuwd naar je foto's van zaterdag en ik hoop dat je er een stap voorwaarts mee kunt. Als je nog vragen hebt dan zie ik het wel.
Nog even groen gras en gemiddeld grijs:
Afhankelijk van het gekozen systeem van lichtmeting zal de camera op een of een aantal punten in het beeld meten hoeveel licht er naar de camera wordt gereflecteerd. Op basis van deze meting bepaald de camera vervolgens de juiste belichting. Maar soms het het verstandig om handmatig in te grijpen en bewust over of onder te belichten. Dat wil zeggen, over of onderbelichten volgens de meting van de camera, maar in feite dus juist goed te belichten. Om goed in te kunnen schatten wanneer je dit moet doen moet je weten hoe de camera de belichtingsinstellingen bepaald.
De meeste foto's bevatten zowel lichte als ook donkere stukken. De camera zal proberen al deze vlakken goed op de foto te krijgen door een belichting te kiezen waarbij het beeld gemiddeld goed belicht wordt. Alle camera's gaan hierbij uit van het feit dat gemiddeld 18% van het licht wordt gereflecteerd. Deze 18% dekking wordt gemiddeld grijs genoemd.
Gemiddeld grijs hoeft niet altijd grijs te zijn. Beter is het daarom om te spreken over een gemiddelde helderheid.
Er bestaat wel een bepaalde tint grijs van precies gemiddelde helderheid (deze tint grijs wordt gebruikt bij zogenaamde grijskaarten), maar gemiddelde helderheid komt ook in andere kleuren voor.
Zo hebben gras (groen) en een blauwe noordelijke hemel ook een gemiddelde helderheid.
Op basis van de lichtmeting zal de camera daarom een zodanige belichting kiezen dat het gemiddelde van deze punten overeen komt met de gemiddelde helderheid. In de 'normale' situaties is dit geen probleem en levert dit een goed belichte foto op.
Maar niet alle situaties zijn 'normaal'. Zo moet je er rekening mee houden dat als je iemand in de felle zon op een wit strand op de foto zet, het zand en de lucht veel licht reflecteren.
Als je de camera nu de juiste belichting laat bepalen, zal het gezicht van de persoon op de foto onderbelicht worden. Om dit te voorkomen zul je de foto dus bewust moeten 'overbelichten'.
Zet je daarentegen iemand op de foto die voor een donkere muur staat, dan zal het gezicht van die persoon overbelicht worden. Om het gezicht goed te belichten zul je dus bewust moeten onderbelichten.
Bron: Frank Muller reisfotograaf. Hij is auteur van FOTOGRAFEREN ONDERWEG het complete handboek voor digitale en analoge reisfotografie.
Grijswaarde is de maat waarmee de lichtintensiteit voor een fotografie-opname wordt gemeten. Voor digitale fotografie geldt dat de grijswaarde de gedigitaliseerde waarde van de intensiteit van een CCD-pixel is.
Een grijswaarde van 18% wordt in de fotografie gehanteerd voor het gemiddelde onderwerp; belichtingsmeters zijn altijd op deze waarde gekalibreerd. Dus wanneer de lichtwaarde van het onderwerp exact 18% grijs bedraagt, dan wordt er optimaal belicht.
Deze waarde is er natuurlijk niet willekeurig tot stand gekomen. In de praktijk blijkt dat dit ook daadwerkelijk een gemiddelde maar wat gebeurt er nu wanneer het onderwerp duidelijk afwijkt:
Wit hoofdonderwerp op een lichte achtergrond: de belichtingsmeter die er van uitgaat een 18% grijs onderwerp te zien 'denkt' dat het onderwerp helderder verlicht wordt dan in werkelijkheid het geval is. Hij zal dus de belichting 'afknijpen' door de sluitertijd te verhogen of het diafragma verder te sluiten. Het resultaat is dus onderbelicht.
Zwart hoofdonderwerp op een donkere achtergrond: de belichtingsmeter die er wederom van uitgaat een 18% grijs onderwerp te zien 'denkt' dat het onderwerp donkerder verlicht wordt dan in werkelijkheid het geval is. Hij zal dus de belichting opschroeven door de sluitertijd te verlagen of het diafragma verder te openen. Het resultaat is dus overbelicht.
In beide voorbeelden is een correctie op de belichting gewenst.
Een alternatief voor de in dit voorbeeld gehanteerde reflecterende lichtmeetmethode is de opvallend licht-meetmethode. Hierbij wordt de belichtingsmeter op de plaats van het onderwerp gehouden en meet deze dus de hoeveelheid licht die op het onderwerp zou vallen. Een kapje voor het oog die overeenkomt met 18% grijs zorgt er voor dat, ongeacht het onderwerp, de belichting altijd correct is. Het is wel een iets omslachtiger methode en als fotograaf moet je in de gelegenheid zijn om fysiek vlak bij het onderwerp te kunnen komen.
Een methode die kan worden gebruikt wanneer men niet de beschikking heeft over een losse lichtmeter, is een 18%-grijskaart. Deze wordt op de plaats van het onderwerp neergezet en vervolgens wordt de camera (en dus de belichting) hierop gericht in plaats van op het daadwerkelijke onderwerp. Ook nu zal de belichting volkomen correct zijn, onafhankelijk van het onderwerp.
Bij gebrek aan een 18%-kaart kan in geval van nood ook de palm van de hand worden gebruikt. Deze blijkt heel vaak overeen te stemmen met 18% grijs.
Bron: Wikipedia