Marten schreef:Het heeft even geduurd maar aan de volgende tips mbt instellingen op de camera zou Frank dus misschien iets kunnen hebben:
1) belichtingscompensatie op +0,3
2) wit balans van de camera op auto -3
3) spotmeting Niet gebruiken i.c.m. dynamische AF (spotmeting wordt gekoppeld aan het focusveld)
4) ISO auto uit
Ben ik kompleet?
Helaas weten we dat niet met zekerheid. Punt 4 (ISO auto uit) vind ik persoonlijk vreemd. Punt 3 is niet hard. Je kunt het wel gebruiken, maar realiseer je wel wat je meet. Mensen denken dat ze altijd het centrumdeel meten, maar met spotmeting is dat dus niet zo. Als je ziet welk AF-veld de camera kiest en je bent daar blij mee en dat is een neutraal oppervlak met neutrale kleuren dan kan het best. Alleen je bent wel een stuk controle kwijt als je niet zelf het AF-veld kiest en ik zou het dus niet doen. Ik heb spotmeting op mijn functietoets staan zodat ik even snel kan switchen, maar in de basis gebruik ik matrix. En belichtingscompensatie gebruik je continu, afhankelijk van je onderwerp en hoe je meting daar op reageert.
Ik wil als laatste nog wel iets toevoegen, omdat er verschillen per lens werden genoemd. Dit staat er in de D200 manual over de 3D-kleurenmatrix II/ kleurenmatrix II/ kleurenmatrix meting :
Een RGB-sensor van 1005 pixels stelt de belichting in op basis van verschillende soorten gegevens uit alle delen van het beeld.
Bij G- of D-type objectieven gebruikt de camera 3D-kleurenmatrixmeting II om een natuurlijk resultaat te krijgen, zelfs al wordt het beeld overheerst door heldere (wit of geel) of donkere (zwart of donkergroen) kleuren.
Bij andere CPU-objectieven is 3D-afstandsinformatie niet beschikbaar. In plaats daarvan gebruikt de camera kleurenmatrixmeting II.
Kleurenmatrixmeting is beschikbaar als de brandpuntsafstand en het maximale diafragma van een objectief zonder CPU zijn opgegeven via de optie Niet-CPU objectief in het opnamemenu ( 93. Centrumgerichte
meting wordt gebruikt als de brandpuntsafstand of het diafragma niet bekend is).
Matrixmeting levert geen bevredigende resultaten op in combinatie met automatische belichtingsvergrendeling ( 70) of belichtingscorrectie ( 72), maar wordt in de meeste andere gevallen aangeraden.
Hoe de belichtingsmeting de verschillende matrices meerekend bij de belichtingsmeting verschilt per gebruikte Matrixmetingtype. Deze laatste is afhankelijk van het type lens. Hoe de matrix reageert op verschillende onderwerpen/kleuren/contrastverschillen kun je helaas alleen proefondervindelijk uitvinden. Per lenstype kan dit dus (helaas) verschillen.
Vervolgens lijkt me de opmerking over belichtingsvergrendeling in de laatste zin nogal logisch, maar dat dit ook zo zou zijn met belichtingscorrectie is heel vreemd. Waarschijnlijk komt dit door de vertaling van de manual uit het Japans...

Wat ze waarschijnlijk bedoelen is dat je met matrixmeting niet zo extreem als met centrum- en spotmeting moet corrigeren voor witte/heldere of zwarte/matte onderwerpen, omdat de matrixmeting dat al voor een deel doet. Maar in de praktijk werkt ook die matrixmeting niet altijd precies zoals je wil en gebruik je toch ook met matrixmeting een correctie indien je opmaakt uit je histogram dat dat nodig is.
Ik heb ook best wel vaak correcties varierend van -0,7 tot +1,7. Maar dat is metname om je histogram zoveel mogelijk in het laatste kwart te krijgen. En ik heb een ander matglas die de matrixmeting +-1/3 stop kan bedotten. Ik misbruik juist de AF-veld koppeling door met spotmeting een AF-veld te kiezen dat niet in mijn instelwig zit van mijn matglas want daar zou mijn matglas de spotmeting nog veel meer bedotten.