De schoen knelt bij macro fotografie bijna altijd met de scherptediepte, je wilt over het algemeen meer scherptediepte.
Scherptediepte (bij gelijk diafragma en lengte lens) hangt af van;
- de afstand tot het onderwerp
- lengte van de lens (mm)
- lensopening
Sta je 20 meter van het onderwerp af, dan heb je dus met diafragma f8 meer scherptediepte dan wanneer je op 1 meter van het overwerp afstaat. Met een 50mm lens heb je, wanneer je 20 meter van het onderwerp afstaat meer scherptediepte dan met een 200mm lens.
En met een 105mm lens heb je (wanneer je 30 cenitmeter van het onderwerp afstaat) meer scherptediepte op F11 dan op f2.8.
Dat hangt dus aan elkaar.
Wil je macro foto's maken en wil je veel scherptediepte (dus het onderwerp van voor tot achter scherp hebben) dan moet je je diafragma verkleinen (hoog f-nummer). Wil je juist weinig dan draai je het diafragma open (laag f-nummer).
Hoe verder het diafragma wordt dichtgedraait, hoe meer licht er nodig is om een goede belichting te krijgen.
Als je denkt dat je je diafragma dan "gewoon" op f22 kan zetten, dan kom je bedrogen uit, want:
1) je hebt erg veel licht nodig
2) je krijgt te maken met diffractie
Licht zou je nog kunnen oplossen door stevig te flitsen, maar diffractie gaat je parten spelen.
Diffractie is een fenomeen dat optreedt wanneer het diafragma wordt dichtgedraait (meestal boven de f14 of zo) resulterend in duidelijk onscherpere beelden.
Zoek maar op wikipedia. Daar staat genoeg over diffractie.
Zelf wil ik meestal meer scherptediepte en draai de lens naar f11-f16 zet de flits op 250e sync en gebruik wat tussenringen tussen de lens en body om nog wat dichter op het het onderwerp te komen.
En knallen maar
btw. bij compacts heb je meer scherptediepte omdat de lenzen meestal 9-11mm lensjes zijn.
Die hebben (als je kijkt naar de basis regeltjes) dus op eenzelfde afstand en diafragma een grotere scherptediepte.