Een macro-objectief is voor macro-opnamen en een portret-objectief is voor portretten. Open deur?
Een macro-objectief (bij Nikon een Micro-Nikkor) is specifiek berekend voor dichtbij-opnamen, dat wil zeggen 1 op 10.
Maar je kunt er altijd mee tot 1 op 2, dat wil zeggen dat het onderwerp op de helft van de ware grootte op de film of de sensor komt, sommige komen zelfs tot 1 op 1, wat wil zeggen dat het onderwerp op ware grootte op de film of de sensor komt.
Dit waren oorspronkelijk objectieven in de standaard-brandpuntsafstand 55mm. Later maakte Nikon ook de 105mm Micro-Nikkors, een 200mm en zelfs ooit een zoom van naar ik meen 70-180mm. Waarom ze niet gelijk op 1 op 2 of 1 op 1 gecorrigeerd waren? Op die manier waren ze ook op oneindig nog prima te gebruiken. Een 60mm Micro-Nikkor is dan ook uitstekend als standaardobjectief te benutten, wat ik ook heel vaak gedaan heb.
Een portret-objectief in de klassieke zin van het woord is een gewoon objectief waarmee een portret: dus hoofd, hals en wat van de schouders, beeldvullend op de film of sensor komt. Dat houdt in dat voor volkleinbeeld de brandpuntsafstand rond tweemaal de standaardbrandpuntsafstand van pakweg 50mm zou moeten zijn: bij Nikon dus de 85mm of de 105mm.
Later aangevuld:
die brandpuntsafstand van twee maal de standaardbrandpuntsafstand staat ook borg voor een natuurlijker perspectief, door de grotere afstand. Als je een standaard- of groothoekobjectief gebruikt voor kop + stukkie schouderfotografie krijg je vertekening: grote neuzen en zo. Ook een reden waarom de 90mm van Leica en de 105mm van Nikon als portretbrandpuntsafstanden gelden.
Dat beeldvullende van hoofd t/m schouders is uiteraard geen wet van Meden en Perzen, de echte portretfotografen als Karsh beeldden hun onderwerp vaak met een kortere brandpuntsafstand af, om zo het karakter van de geportretteerde naar voren te brengen. Googel even op "Arnold Newman portrait Igor Stravinsky" voor een voorbeeld: de componist met een concertvleugel.
Klinkt bekend? Inderdaad, er waren dus altijd 105mm "gewone" objectieven voor portretten en de 105mm Micro-Nikkors voor dichtbijwerk.
Nu gelden deze brandpuntsafstanden uiteraard voor volkleinbeeld. Sinds Nikon even het pad van de DX-camera's met "cropfactor" bewandelt moet je uiteraard andere brandpuntsafstanden aanhouden. Dan geeft een 60mm vrijwel de beleving van een 90mm. En zo verder en zo voorts.
Overigens waren er vroeger ook nog echte, dus heel specifieke portretobjectieven als de Rodenstock Imagon, die prachtig "zacht" tekenden, en waarmee dat soft-focus effect ook in te stellen was. Waarom? Omdat er vroeger geen prijs werd gesteld op superscherpe portretfoto's, waar iedere jeugdpuistje, mee-etertje of kraaiepootje genadeloos werd vastgelegd.
Dat is dan ook de reden dat ik het voor portretten liever niet op die ultra-scherpe Micro-Nikkors houd, en daarmee geef ik ook de reden dat er een groot verschil is tussen portret- en macro-objectieven.
emdeklerk
oeps... de foto van Igor Strawinski is natuurlijk van Arnold Newman, niet van Karsh... even gecorrigeerd...
Komt 'ie:
http://www.pbase.com/image/61501593