Bericht
door emdeklerk » ma sep 29 2014 6:54 pm
Op dit forum is al ontzettend veel geschreven over filters.
Wanneer kunnen ze wel, wanneer beter van niet.
Zoek even op "beschermfilter", "UV-filter", etc.
De vraag komt zo vaak voor dat ik voor de fotoclub waarvan ik voorzitter ben een artikeltje heb geschreven:
Beschermfilters
Wie op internet wel eens een fotografieforum leest, of het forum van een cameramerkclub, weet dat weinig onderwerpen de gemoederen zo bezig houden als het gebruik van filters: of men is mordicus tegen, of men is bevlogen voorstander. We hebben het over UV-filters als objectiefbescherming. Velen zijn opgegroeid met de gedachte dat een kleurloos UV-filter op ieder objectief hoort. En inderdaad: nog steeds geven de meeste cameramerken aan dat het goed is op die manier de frontlens te beschermen. Ook wordt het door de fotohandel wel standaard aangeprezen bij de verkoop van een objectief, maar dan als omzetvergrotende factor.
De kunst is te weten wanneer je een filter wel, en wanneer niet kunt gebruiken - of moet gebruiken.
Het grote voordeel van een beschermfilter is natuurlijk dat het bij vervuiling veel gemakkelijker schoon te maken valt dan de frontlens. En dat bij schade of zware vervuiling alleen het filter vervangen hoeft te worden. Wat dacht u van het volgende scenario: u fotografeert in een drukke mensenmassa: om u heen krioelt het van de mensen met rugzakken met metalen hang- en sluitwerk, kinderen met kleverige zuurstokhandjes die overal aanzitten, mensen die ijsjes eten, mensen met patatjes oorlog... U begrijpt... Ik spreek uit ervaring. Wat ik ook meemaakte: vogelpoep op één van de frontlenzen van mijn kijker tijdens een dagje vogelen – gelukkig niet van een aalscholver... Hebt u wel eens een strandwandeling gemaakt tijdens forse westenwind? En het zanderige zilt van uw kostbare glaswerk en camera moeten poetsen?
> Dus in die gevallen: toch maar een filter gebruiken?
Maar nu de nadelen. In de eerste plaats: er zijn filters en filters, en alle waar is naar zijn geld. De filters van de cameramerken zijn zonder uitzondering heel goed, maar duurder. Goedkopere merken komen meestal slechter uit de tests: het glasmengsel is vaak niet homogeen, er zitten dan microscopische luchtbelletjes in die de transparantie aantasten en voor lichtverstrooiing zorgen. Ook de vattingen zijn bij goedkopere filters vaak van mindere kwaliteit aluminium, waardoor ze minder gemakkelijk kunnen worden losgedraaid.
Heel belangrijk is de coating. Er worden geen objectieven meer verkocht zonder hoogwaardige meerlaagscoating, sommige merken hebben zelfs al geavanceerde nano-coating. De coating van de lenselementen in uw objectief is zeer bepalend voor de beeldkwaliteit, die coating helpt tegen overstraling en sluier en waarborgt mede een de hoge lichtdoorlaatbaarheid. En goedkopere filters hebben meestal geen meerlaags-, hooguit enkellaagscoating. Met één zo'n minder goed gecoat filter op uw objectief kunt u de hoge kwaliteit van uw top-objectief teniet doen. En waarom zou u een filter van hooguit drie tientjes op uw merkobjectief van soms wel duizend Euro of meer schroeven? De Engelsen noemen dat "penny-wise, pound-foolish".
Wanneer komen nu de nadelen van filtergebruik het snelst naar voren? Dat is voornamelijk bij het fotograferen van puntvormige of scherp omlijnde felle lichtbronnen tegen een donkere achtergrond: zoals bij avond- en nachtfotografie. Hoe goed een coating ook is, altijd wordt er wel een minieme hoeveelheid licht van een glasoppervlak teruggekaatst: dat begint bij de beide oppervlakken van het filter. Ook wordt er dan licht teruggekaatst vanaf de frontlens en weer terug vanaf het filter: het gevolg is de zogenaamde "filterflare", storende lichtvlekken. Ook wordt dan het contrast van de opname nadeling beïnvloed.
> Dus: bij avond- of nachtfotografie altijd het filter weglaten!
Goed. Wilt u een beschermfilter gebruiken, kijk dan eerst naar filters van uw camera- en objectievenmerk. Laten we even het voorbeeld nemen van Nikon (waarmee zeker niet gezegd wil zijn dat Canon of Sony minder zijn - maar toevallig zijn we in Nikon wat beter ingewerkt...).
Op een Nikon kunt u echt het best een Nikon-filter schroeven: de glassamenstelling is dezelfde als die van de lensdelen, want Nikon maakt en gebruikt uitsluitend haar eigen hoogwaardig glas. Ook de multicoating van Nikon behoort tot de beste. Qua constructie is zo'n filter zijn geld waard: het is geheel van een hoogwaardige harde aluminiumlegering die volledig geëloxeerd is, dus ook de schroefdraad, en het volmaakt planparallelle glasschijfje wordt met precisieringen gefixeerd. Vroeger leverde Nikon het L37C-filter, dat was een UV-filter met multicoating. Tegenwoordig leveren ze de Neutral Color Filters, voorzien van het hoogst bereikbare in multicoating, puur als beschermfilters. Waarom? Omdat een UV-filter op een digitale camera weinig nut heeft tegen UV-licht, de sensor is daar namelijk niet of nauwelijks gevoelig voor.
Hebt u een Canon: ook die maken hun eigen optisch glas, dus kijk eerst eens wat Canon voor filters levert. Sony, Leica, noem maar op: ze hebben allemaal hun eigen assortiment filters. Dat wil niet zeggen dat er geen goede "vreemdmerk" filters bestaan; de uitstekende Duitse B&W-filters maken gebruik van Schott-glas, dat ook levert aan Leica en Zeiss. Let er wel op dat veel B&W-filters leverbaar zijn met zowel multicoating als simpeler (en goedkoper!) éénlaagscoating.
Een ander bekend merk is Hoya, in Japan de belangrijkste glasproducent die levert aan alle onafhankelijke objectieffabrikanten. Denk aan Tamron en Sigma. Tokina is al gelieerd aan Hoya, dus dat is kat in het bakkie...
En wat u nooit of te nimmer moet vergeten: de zonnekap! Sowieso hoort een zonnekap op uw objectief, maar zeker als op dat objectief een beschermfilter zit. Dat filter zit noodzakelijkerwijs geheel voorop het objectief, en is dus gevoelig voor zijdelings of schuin invallend licht, wat lichtvlekken zou kunnen opleveren. Vandaar die hoogst noodzakelijke zonnekap.
En weet u: wilt u beschadigingen aan de frontlens voorkomen, dan doet een zonnekap daartegen ook heel goed dienst!
We hadden het er al over: soms gaat een filter maar moeilijk los, omdat het te vast is aangedraaid of omdat het van een mindere aluminiumsoort is gemaakt. Vooral filters waarvan de schroefdraad blank metaal is willen nog wel eens de indruk geven vastgelast te zijn op de metalen objectiefdraad. Hier zie je ook vaak het verschil met de duurdere cameramerkfilters.
De manier een vast filter los te krijgen: een rubber matje of een droog zeemleren lapje op een vlakke ondergrond, het objectief met het filter vlak er op zetten, en met weinig druk kun je het meestal zo los draaien. Een andere methode: zorg dat u in de fototas altijd een postbode-elastiek hebt, daarmee kunt u een betere grip op een filter krijgen. Maar nooit met twee vingers knijpen en draaien: dan vervormt het filter en klemt het zich vaster.