Blindelings de juiste lens pakken is makelijk, maar blindelings op de juiste plek staan is een stuk moeilijker.
Ik vind de vraag tot nu toe leuker dan de gegeven antwoorden.
Het is eigenlijk heel simpel en heeft, naar mijn mening, niks met techniek te maken zoals hier beweerd wordt.
Bij het maken van een foto doe je twee dingen:
1. Een compositie samenstellen
2. Juist, of gewenst, belichten (het filmvlak bedoel ik, anders krijg ik weer vragen waar de flits staat).
De 2e stap doe je met 3 variabelen: sluitertijd, diafragma en (in mindere mate) met filmgevoeligheid (ISO waarde), dat heeft (bij normaal daglicht) niks met je lens te maken (flitsen laat ik even buiten beschouwing),
Jouw vraag gaat over de 1e stap, het samenstellen van de compositie, dit wordt inkaderen genoemd in de goeie ouwe fotoboeken.
De enige reden om van lens te veranderen is dus dat je iets dichterbij of verderweg haalt en daardoor, voor een gegeven kijkrichting, meer of minder in zoomt en dus anders inkadert.
Nu is dit een hele simpele voorstelling van zaken, want ik zou ook naar voren of naar achteren kunnen lopen in plaat van van lens te wisselen, maar het effect is niet hetzelfde.
Stel ik maak een foto van iemands gezicht, bijna beeld vullend, dan kan ik ver inzoomen en naar achteren lopen, of uitzoomen en naar voren lopen.
Hoewel het gezicht in beide foto's even groot is doordat ik bij inzoomen naar achteren en bij uitzoomen naar voren ben gelopen is de achtergrond dat niet, probeer maar.
Een goeie fotograaf, waar ik mezelf helaas niet toe kan rekenen, maakt hier slim gebruik van en geeft een foto zo een bepaalde sfeer.
Verder valt nog op te merken dat het diafragma bij lenzen met vaste brandpuntsafstanden verder open kan dan bij zoomlenzen, hierdoor heb je niet alleen minder licht nodig, maar kan je ook minder scherptediepte krijgen, hierdoor wordt de achtergrond wazig en dus minder storend.
Tot zover mijn beperkte kennis.

Als het niet echt hoeft.