In de stand A bepaal jij het diafragma, zeg maar de grootte van het gaatje waar het licht doorheen komt. Om een goed belichte foto te maken, heb je een bepaalde hoeveelheid licht nodig. Als je een groot gat hebt, komt daar sneller voldoende licht doorheen dan door een klein gat. Daardoor kan de sluiter bij een groot gat eerder weer dicht. De reden dat de sluitertijd 's avonds dus langer open blijft staan, is simpelweg het feit dat je camera nog niet voldoende licht heeft ontvangen voor een goed belichte foto. het gevolg: bewogen foto's.
4. Gebruik een statief: dat werkt natuurlijk alleen als je onderwerp statisch is.
Wat kan je er tegen doen:
1. Groter diafragma selecteren, en dat is een kleine waarde. een opening van f/2.8 levert 4 keer zo veel licht als f/5.6. Dit heeft tot gevolg dat de sluiter ook maar een kwart van de tijd open hoeft te blijven staan.
2. Zorg voor een hogere gevoeligheid voor licht. Vroeger deed je dat door een gevoeliger filmpje in je camera te zetten, tegenwoordig doe je dat door de ISO waarde wat hoge te kiezen. Nadeel is meestal wat meer ruis, maar tot ca. een waarde van 800 moet het met een D5000 wel lukken.
3. Neem licht mee. Dus gebruik je flitser, of liever nog, gebruik een opsteekflitser.
Tot zover een korte samenvatting fotografie. Er is heel veel over lezen op het internet. Of koop een boek over fotografie.