flitslicht schreef:
Daarnaast de methode-Léon, je stelt scherp op (bijv.) een raam en maakt een foto, zet daarna de AF uit zodat de lens steeds dezelfde scherpte instelling houdt. Dan neem je dat raam vier keer op terwijl het steeds in een andere hoek van de zoeker zit. Dan zouden de vier ramen, uitgesneden uit de foto's, nagenoeg gelijk moeten zijn qua scherpte. In het ideale geval, zeker met DX, zouden ze allemaal ook even scherp moeten zijn als het middelste raam.
Die methode zo redelijk "dichtbij" (een raam van een huis) werkt alleen goed bij korte brandpuntafstanden, omdat de verschillen in afstand bij verdraaien midden/rand daarbij beslist nog wel binnen de scherptediepte liggen. (Bij verdraaien verplaatst het scherptevlak zich volgens een "boog"-vormige beweging en is de focus in de hoeken feitelijk vóór het onderwerp afgesteld). Bij langere brandpunten kun je die methode nog steeds wel gebruiken, neem dan echter een onderwerp, beslist een stuk verder weg. Op oneindig maakt een verdraaing niet uit.
Bij langere brandpunten neem ikzelf dan ook onderwerpen zoals een kerktoren ver weg (het haantje op de spits) of bijv. bouwkranen in de verte.
Als er sprake is van beeldveldwelving pakt die test in de hoeken altijd iets minder goed uit (overigens ook bij testopnamen loodrecht op een testwand).
Wel moeten alle hoeken min of meer dezelfde scherpte hebben voor een "symmetrische" beeldweergave in de kwaliteit.