In 1420 werd Leiden, in het kader van de Hoekse en Kabeljauwse twisten veroverd door hertog Jan VI van Beieren. Op 1 maart 1512 stortte de ruim 100 meter hoge toren van de Pieterskerk bij een storm in. De toren, één van de hoogste van Nederland, werd nimmer herbouwd.
In 1572 koos de stad de zijde van de anti-Spaanse opstand. De Spaanse landvoogd Requesens belegerde in 1574 de stad. Nadat dit beleg was afgeslagen - het Leidens ontzet van 3 oktober 1574 - kreeg de stad in 1575 met de Universiteit Leiden de eerste universiteit van Nederland. Hiermee betuigde stadhouder Willem van Oranje zijn erkentelijkheid aan de Leidenaren.
In de 17e eeuw kwam de stad tot grote bloei, dankzij de impuls die vluchtelingen uit Vlaanderen gaven aan de textielnijverheid. De stad, die voor het beleg van 1574 ongeveer 15.000 inwoners had geteld, waarvan tijdens het beleg ongeveer een derde deel het leven had verloren, was in 1622 tot 45.000 inwoners gegroeid en omstreeks 1670 werd zelfs een aantal van tegen de 70.000 bereikt. In de Gouden Eeuw was Leiden, na Amsterdam, de op één na grootste stad van Nederland. De bevolkingsgroei maakte een aanleg van nieuwe grachten en singels noodzakelijk. Het huidige centrum van Leiden, herkenbaar aan het singelpatroon, werd in 1659 voltooid.
In de 18e eeuw raakte de textielnijverheid in verval, door protectionistische maatregelen in Frankrijk en de lonen, die vanwege de kosten van levensonderhoud in het gewest Holland relatief hoog moesten zijn. Het gevolg was een gestadige daling van het inwonertal van Leiden, dat eind 18e eeuw tot 30.000 was gedaald en omstreeks 1815 een dieptepunt van 27.000 zou bereiken.
Op 12 januari 1807 vond de Leidse buskruitramp plaats, waarbij ongeveer 150 burgers om het leven kwamen. Koning Lodewijk Napoleon bezocht persoonlijk de stad om de hulp aan de slachtoffers te coördineren. Op de plaats van de door de ontploffing veroorzaakte "ruïne" werden later het Van der Werfpark en het Kamerlingh Onnes Laboratorium aangelegd. In 1842 werd de voor Leiden zeer belangrijke spoorlijn naar Haarlem in gebruik genomen. In 1866 werd de stad getroffen door de laatste grote epidemie (cholera) welke in 1868 leidde tot de start van de bouw van het nieuw Academisch Ziekenhuis. In 1883 werd niet alleen Leiden, maar ook heel Nederland, opgeschrikt door het nieuws van de arrestatie van de Leidse gifmengster, die in enkele jaren tijd minstens 27 slachtoffers had gemaakt. Mede dankzij de spoorlijn was in de 19e eeuw enige verbetering opgetreden in de desolate sociaal-economische situatie, maar het aantal inwoners was omstreeks 1900 nog steeds niet ver boven de 50.000 opgeklommen. Pas in 1896 begon Leiden zich uit te breiden buiten de 17e-eeuwse singels.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Leiden zwaar getroffen door geallieerde bombardementen. De omgeving van het station en de Marewijk (tegenwoordig de omgeving van het Schuttersveld en de Schipholweg) werden vrijwel geheel met de grond gelijk gemaakt. Het historische centrum is gespaard gebleven.
Het huidige Leiden profileert zich vooral als een centrum van wetenschappelijke kennis en nieuwe technologie. Daarnaast speelt ook het toerisme een steeds belangrijkere rol in deze historische museumstad.
Leiden heeft een eigen canon. De Leidse Canon vertelt de geschiedenis van Leiden aan de hand van 35 belangrijke historische onderwerpen.
Afgelopen zondag met een klein gezelschap deze stad bezocht. In een paar kleine series probeer ik te laten zien wat Leiden o.a. te bieden heeft. Alle foto's zijn gemaakt met de Nikkor 50mm f/1.4G AF-S.
1)

2)

3)

4)

5)

6)

7)

8)

9)

10)

11)

Op- en/of aanmerking zijn altijd van harte welkom. Klik hier voor de update
Groet,
ALE