Bericht
door ReneG » vr okt 28 2011 12:07 am
Je bedoelt idd. donkerder en lichter. Als je het over zwart/wit hebt bedoelen we meestal een zwart/wit foto zonder kleur.
Een poging om het uit te leggen in niet-geheel-correcte-maar-begrijpelijke-niet-abracadabra taal:
Een stop licht betekent een halvering of verdubbeling van de hoeveelheid licht die je sensor belicht (of 'raakt' zo je wilt). Met f-stops refereert men meestal aan de waarde van het diafragma, maar waar het om gaat is de verhouding tussen diafragma en sluitertijd.
Sluitertijd: Dit is de tijd dat de sluiter openstaat en de sensor wordt belicht.
- Als de sluitertijd KORTER wordt staat de sluiter minder lang open. Dan krijgt de sensor dus minder licht. Gevolg, de foto wordt DONKERDER.
- Wordt de sluitertijd LANGER dan krijgt de sensor dus meer licht en wordt de foto LICHTER.
Voorbeeld: Bij een sluitertijd van 1/100e is de sluiter twee keer zo lang open als bij een sluiter van 1/200e. 1/200e is dus KORTER en levert een stop MINDER licht op.
Diafragma: Dit is de opening van de lens. Hoe groter de oppervlakte van de opening wordt, des te meer licht krijgt de sensor op zich.
- Als het diafragma KLEINER wordt krijgt de sensor minder licht. De foto wordt DONKERDER.
- Als het diafragma GROTER wordt krijgt de sensor meer licht.
(PS: Nog veel belangrijker: Het diafragma bepaalt de scherptediepte, maar dat laat ik nu even buiten beschouwing!).
Twee kleine complicaties met het diafragma:
1. De KLEINSTE diafragmawaarde ( bijv. f/2.8 ) is het GROOTSTE oppervlak en vice versa.
2. Het diafragma betreft een oppervlakte. Om een lang verhaal even heel kort te maken: Als gevolg hiervan wordt de diafragmawaarde met factor 1,4 vermenigvuldigd, vandaar de rij: f/1.4 - f/2 - f/2.8 - f/4 - f/5.6 - f/8 - f/11 etc. Elke stap is ook weer een stop licht.
Voorbeeld: Als je van diafragma f/2.8 naar diafragma f/4 gaat HALVEERT de hoeveelheid licht die het oppervlak raakt. Je foto wordt dus DONKERDER.
En nu de samenhang:
Als je een foto maakt en je wilt je diafragma verkleinen of vergroten (vanwege de scherptediepte) dan gaat dat bijv. als volgt:
Stel je hebt je camera op F/5.6 met een sluitertijd van 1/100e. De belichting is goed. Nu wil je je diafragma op f/4 zetten (voor minder scherptediepte). Dat betekent dat je van F/5.6 naar F/4 gaat. Dat betekent dat het diafragmaoppervlak GROTER wordt en de sensor twee keer zoveel licht krijgt. Dat is dus 1 stop MEER licht. Om dat te compenseren zet je de sluitertijd 1 stop terug (= halveren) om dezelfde belichting te halen. De sluitertijd maak je dus twee keer zo snel, oftewel 1/200e.
Qua belichting levert f/5.6 bij 1/100e hetzelfde op als f/4 bij 1/200e en f/2.8 bij 1/400e. (Let wel, dat verandert ook je scherptediepte, maar dat laat ik wederom nu nog even buiten beschouwing).
Tenslotte over de belichtingscompensatie: Je kunt ook de belichtingscompensatie gebruiken in de A, P en S modi. Dan zal de camera met +1.0 de foto 1 STOP overbelichten (= lichter) en met -1.0 de foto 1 STOP onderbelichten (= donkerder). In M modus doet dat niets want dan bepaal je ZELF de sluitertijd EN het diafragma en kiest je camera dat niet voor je. In P mode kiest hij beide, in A kiest hij de juiste sluitertijd bij je diafragma. Bij S idem maar dan andersom.
Het is wel veel maar veel eenvoudiger kan ik het zonder plaatjes niet meer uitleggen.
Spul waarmee je
foto's maakt...